
HET GESLACHT PITTA.
Men begrijpt onder den naam van Pitta eene kleine reeks van vogels uit de
oude wereld, welke door hunne grootte en hunne gestalte aan de lijsters doen
denken, die echter hooger op de pooten zijn, eenen zeer korten staart hebben
en wier volkomen vederkleed veelal met zeer fraaije kleuren pronkt. Hunne vleugels
zijn tamelijk kort en afgerond; hun bek is stevig, tamelijk dik, en meestal
zwart van kleur. Bij oude voorwerpen is er geen onderscheid tusschen beide
seksen ten opzigte der kleuren. Het kleed der jongen is zeer eenvoudig, te weten
meestal van boven lichtbruin, van onderen witachtig; de mannetjes verwisselen
dit eenvoudige kleed spoedig met het volkomen kleed, terwijl de wijfjes veelal
een overgangskleed schijnen te hebben. Tntusschen is de geschiedenis dezer vogels
hieromtrent nog in het duister, en moet die door nieuwe onderzoekingen op
een groot getal voorwerpen opgehelderd worden.
Zij bewonen bosschen of met struiken begroeide streken, en verhuizen niet. Zij
houden zich op den grond op, loopen schielijk, maar zetten zich, vooral indien
zij vervolgd worden, gaarne op de lage takken van struiken of boomen. Zij
zijn stil van aard, en schijnen geen eigenlijken zang te hebben, ofschoon het
1