
40 DE BAZA'S. BAZA.
en men weet weinig of niets omtrent hare levenswijze. Wij hebben uit onzen
Archipel drie soorten ontvangen. Volgens LAFRESNAYE komt er op Sumatra
en Malacca nog eene andere, Baza sumatrensis, voor; en de onvermoeide en
kundige Engelsche reiziger WALLACE heeft eene Baza aangetroffen op de Aroeeilanden,
die G. R. GRAY onder den naam van Baza stenozona beschreven heeft.
De drie soorten, door onze reizigers waargenomen, zijn de volgende.
B A Z A M A G N I R O S T R I S.
(Plaat 28, fig. 4 en 5.)
Wij hebben deze soort van Borneo, Celebes en de Soela-eilanden ontvangen,
en GRAY houdt haar voor dezelfde, die de Philippijnsche eilanden bewoont en door
hem onder bovenstaanden naam beschreven werd. Zij is kennelijk aan haren zwarten
bek; aan eene zwarte streep die langs de middellijn van de keel loopt; aan
de zeer breede, min of meer rosbruine banden der onderdeden; aan de met
rosse vlekken of breede banden versierde onderdekvederen van den staart, en aan
den witten of rosachtigen eindzoora harer staartpennen.
Vleugel 10 duim 11 lijnen tot 11 duim 7 lijnen. Staart 7 duim 4 lijnen tot
8 duim 1 lijn. Hoogte van den geheelen bek 8 en drie vierden tot 9 lijnen.
Middelteen 16 lijnen.
BAZA R E I N W A R D T I I.
(Plaat 2 7 , fig. 1, 2 , 3.)
De kring van verspreiding dezer soort schijnt tot de groep van Ceram met
Boeroe beperkt te zijn.
Zij is kennelijk aan de leikleurig grijze dwarsbanden harer onderdeelen. Zij
onderscheidt zich van Baza magnirostris door hare keel- en onderdekvederen van
den staart, die beiden ongevlekt zijn, en doordien hare staartpennen niet licht
gezoomd zijn, kenmerken die daarentegen ook eigen zijn aan Baza rufa. Zij
BAZA REINWARDTII.
heeft, gelijk Baza magnirostris slechts drie volkomene dwarse banden aan de
staartpennen, terwijl er bij Baza Reinwardtii vier aanwezig zijn.
Van hare kleuren, gelijk ook van die der overige soorten, zal men zich door
onze afbeeldingen een beter denkbeeld kunnen vormen, dan door beschrijvingen.
Vleugel 10 duim 7 lijnen tot 11 duim 4 lijnen. Staart 6 duim 5 lijnen tot
7 duim 4 lijnen. Hoogte van den geheelen bek 6 en drie vierden lijn tot 7 en
een vierde lijn. Middelteen 12 en en eene halve tot 13 lijnen.
Onze voorwerpen werden op Ceram, Amboina en Boeroe verzameld.
BAZA RUFA.
(Plaat 27, fig. 4 en PI. 2 8 , fig. 1, 2, 3.)
Deze nieuwe soort werd tot nog toe uitsluitend op de groep van Halmahera
aangetroffen, waar zij de plaats van Baza Reinwardtii schijnt te vervangen.
Zij heeft in het algemeen veel overeenkomst met deze soort; maar de donkere
banden der onderdeelen zijn kastanjebruin in plaats van donkergrijs, de grondklcur
dezer deelen trekt min of meer in het rosse; het ros der onderdekvederen
van den staart is donkerder; de staartbanden zijn gewoonlijk vier in getal, de
onderdekvederen der vleugels zijn donkerder en de grooten dezer vederen hebben
zelden donkere dwarsbandjes; de krop is in het eerste kleed roestkleurig, en de
geheele vogel is een weinig grooter.
Vleugel 10 duim 8 lijnen tot 11 duim 7 lijnen. Staart 7 duim 7 lijnen tot
8 duim 7 lijnen. Middelteen 14 tot 16 lijnen.
Onze voorwerpen zijn afkomstig van Halmahera, Morotai, Batjan, Ternate
en Tidore.