
Si*. Castaneola , Lacepede, Poissons, Tom, IV ,
p. i n . L a Spare Castagmlc.
Brama raü , bloch , Systr Ichthyol. iconib, CX.
illustratum. Post abitum auctoris opus inchoattim ab-
f o h i t , correxit i interpolayit j . g. schneider. — Bra-
MA MAR1NA RAÜ, 115, N°. 4. Du HAMEL, Ilf
26 , t. 6 , f. I.
C uvier , Regn. Anim. I I , p. 341. Pisccs Acanm
thopterygii , Spabus raü. YVilloughby Pisc. t \s. 3 12,
Tab. V 12. The Seabr eam ; in deze afbeelding zijn de
vischfchubben niet aangewezen.
De Zeebrazem van rai. Castagnoh^-Thc tooted Gil-
thead Penn. Zool. Britt. I I I , p. 240. D e r C as-
t a g n o l .
Kcntecken. Het zeer onderfcheidend kenteeken van
dezen visch beHaat inzonderheid daarin, dat de Hralen
van dcszeU’s rug- en aarsvinnen gefchubd zijn, en deze
zich in diervoege vertoonen , als of de huid, door der-
zelver verlenging, daarover heen flrekte. De kop is
naar voren regt afloopende, en tot aan den neus ge-
ichubd; de onderkaak, welke de langfle i s , heeft twee
rijen kleine, fcherpe tanden, van welke de binnenHe lan„
ger, alle binnenwaarts gebogen, en van elkander afitaan-
de z ijn ; de bovenkaak is met ééne rij op dezelfde wijze
gevormde tanden gewapend, achter welke evenwel nog
vele kleinere geplaatst zijn, ook is de tong van achteren,
benevens het gehemelte, met tandjes bezet j de lippen
dik j ' de neusgaten digt aan de oogen, welken groo.c
zijn , met een zwarten oogappel en gele iris. De kieu-
wenopeningen zeer groot; de dekfels effen en gefchubdt.
Het lijf zamengedrukt, van voren breed , naar den Haart
fiual adoopende, met groote * dunne zachte, fcdubben
gci
r 5
gedekt; de rug zwart; de zijden lichtblaauw; de buik
zilverkleurig; de naar den Haart gebogene zijHreep digc
aan den rug; de navel digter naar den kop dan naar
den Haart; de borst en buikvinnen geelachtig, de overige
blaauw; de Haart gevorkt; alle de vinnen eindigen
puntswijze en hebben zachte buigzame Hralen, behalve
de 3 eerHe in de rugvin , 2 in de aarsvin en 1 in de
buikvin , die Hekelig zijn. In de borstvinnen 20, buikv*
J , aarsv. , rugv. S3ÏÏ, Haartv. 22 Hralen. Lengte 21
br. 8 d. naar het voorwerp in het Muf. der Maatfchap-
pij berustende.
Woonplaats. In de Middellandfche- en Atlantifchc
Zeeln en op de Engelfche kusten; komt ook, nietzeld“
zaam, op onze Hranden enTs, daar hij door onze kust-
visfehers fomtijds gevangen wordt, inzonderheid bij de
Katwijkers wel bekend, welke hem, als eene lekkere
visch, dan duur verkoopen.