den winter (leeds in den (laat van Pop doorbrengt. Van dezen zeer zeidzatnen
Vlinder is , voor zoo veel ons bekend is , nog maar éénmaal bier te Lande de
Rups gevonden, zoo als wij dit_reeds mededeelden bij.de uitgave der Middelbare
Nacht-Paauw-Oog, in het derde Deel dezes Werks. Een dergelijk voorbeeld
van op ongewonen tijd uitkomen eens Vlinders, leverde ons ook de
Bombyx Pudibuntia, van welke in het begin van December bij vriezend
weder een enkele Vlinder uit vele Poppen te voorfchijp kwam, blijvende de
overige als gewoonlijk tot in het voorjaar onuitgekomen. Een even zoo ongewoon
verfchijnen was ons eene Noclua Verbasci, reeds op den tweeden
Maart des vorigen jaars, en eenige dergelijken.
Wij kunnen te dezer plaatfe niet alles mededeelen, wat verder van dezen
en genen aard bij ons is aangeteekend; een en ander zal ons, daaraan twijfelen
wij niet, hier en ddSr te pas komen bij den verderen voortgang van ons
Werk, tot welks zesde deel wij bereids een aantal Voorwerpen in gereedheid
hebben. Naauwkeurigheid in afbeelding en befchrijving zullen, bij de verdere
uitgave, (leeds ons hoofddoel blijven, en wij bevelen ons dan ook in de
voortdurende belangilelling der Liefhebbers, in het vriendelijk mededeelen
hunner ontdekkingen, aan. Mogen wij hierop blijven rekenen, moge ons Werk
deszelfs tegenwoordigen aftrek blijven genieten, en mogen wij zelve bij de
noodige gezondheid en krachten gefpaard blijven , dan hopen wij nog lange
voort te gaan met het b e scho uwen v an oods wo n d e r e n in de m in s t g e -
ACHTE ZIJNER SCHEPSELEN !
December 1836.
J A N S E P P .
I N H O U D
D E R
V I J F T IG V E RHAND E L IN G EN ,
W A A R U I T DI T
V I J F D E D E E L
B E S T A A T .
N e d e r d u i t s c h e Name n . L a t i jn s c h e Namen .
NM. Zoo als'dezelve uitgegeven zgn. Tab,
N. 201 e» 202» Gevlamde V l i n d e r . 1. Versicolora.................................. . I. II.
ao3. iSteen-eih-Vlinder. . 9. Chaönia.............................. III.
so4. Roollleurige. . . . — i 3. Fumosa. .......................................... I” .
ao5 en 206. Tau. . . . ---- 17. Tan. . .................................... V. VI.
207. Aanverwant. . . . e5. Consobrinaria...........................................VII.
208. Gelande.................... . — 27. Dentioa. . VIII"
209. Gestreepte Page . . — 5i. Boeticns..................................................... IX.
210. Woldrager....................... 35. Lanestris............................................. X.
au* Zuring-Vtinder. • . ---- 39. Rumicis..................... ..... . . XI.
212. Gestreepte Pijlstaart. ---- 43. Lineata.....................................................XII.
2i5. Vroege Vlinder. . . — 47. Prodromaria...........................................XIII.
2t4. Kamperfoelie-Vlinder. ---- 5i. Harpella..................................................XIV.
2i5 en 216. Jasius. . . — 55. Jasius.-.....................................XV- XVI.
217. Graswortel~Vlinder. . — G! _ R a d i c e s ..................... ..... XVII.
218 en 219. Konings-Mantel. — 65. A n t io p a ..........................XV11I. XIX.
210. Vet-Mot........................... 71. Pinguinalis. . XX.
221. Geelband. . . . . ----- fS. F la vic incta..........................................XXI.
222. Dons-Vlinder. . . . ----- 79. Anriflua. .........................................XXII.
220. Saladebloem-PUnder. —— 83. Dysodca................................. ..... • XXIII.
224. Brand-Netel Bladrolder.
. . . . . ----- 87, Verticalis.............................................. XXIV.
* 3 N. 225b