190 N A C H T V L I N D E R S .
voedt; beide deze soorten leveren uitmuntend fraaije Vlindertjes op.
De Wel-Edel Gestrenge Heer V er-Hueu. te Rotterdam had weder de
goedheid ons de fraaije teekeningen en bijgevoegde beschrijving té doen
toekomen; wij willen die alzoo in deze en de volgende Verhandeling
van ons Werk met dankbaarheid opnemen, en in de eerste plaats de
afbeelding en beschrijving geven van de Tortrix Rosana, die wij in
onze taal den Rozen-bladrolder noemen zullen, deelende ons de Heer
V er-Hüell deswege het volgende mede, hetgeen volkomen met onze
eigene, reeds voor eenige jaren gedane waarnemingen, overeenkomt.
J. 2.
Zoodra de bladeren aan de Rozenstruiken in het voorjaar te voorschijn
komen, verlaat het Rupsje het Ei, om zich met de eerste uitspruitsels
van dezen fraaijen Heester te voeden, en haar volgend leven in door
haar te zamen gerolde bladeren door te brengen; hetzelve is dan lichtgroen
van kleur met een zwart kopje. In het begin is dit opgerolde blad
slechts klein; doch naar mate van den groei van het Rupsje maakt zij haar
verblijf ruimer, en de Rozenblaadjes beginnen ook in grootte toe te
nemen; in haar verblijf gestoord wordende, zoekt de Rups het gevaar te
ontwijken, laat zich spoedig bij een draadje afzakken, en begeeft zich
langs hetzelve weder in haar verblijf als het gevaar geweken is.
Omstreeks het laatste van de maand Mei of reeds vroeger, al naar
mate het voorjaar min of meer gunstig is, zijn deze Rupsjes volwassen,
Fig. ] , 2, en van grootte en kleur als hij Fig. r en 2 op Tab. XLVIII afge-
Tab. XLVIII. beeld is.
S- 3.
N A C H T V L I N D E R S .
I I
De Rupsjes nu hare gedaanteverwisseling zullende ondergaan, spinnen
haar gewoon verblijf wat digter toe, en veranderen alsdan daarin
tot een Popje, zoo als Fig. 3 vertoont,
§• 4-
De tijd gekomen zijnde, dat het Vlindertje het Popvlies zal verlaten,
kruipt het Popje, gesteund door de scherpe punten, die het op de
ringen heeft, tot buiten het Spinseltje, zoo als bij Fig. 4 1S afgebeeld, Fig. 4-
en het Vlindertje komt te voorschijn; Fig. 5 vertoont hetzelve in een'Fig. 5.
loopenden stand.
Om al de pracht en luister van dit zeer fraaije Vlindertje beter te
doen beschouwen, heb ik hetzelve bij Fig. 6 vergroot afgebeeld.
Op de citroengele grondkleur is het als met goud bestrooid; waarover
als paarl d'amour glinsterende banden liggen, die, naar mate er het
licht op valt, meer of minder schitteren: waarlijk, een pronkstuk in
de minstgeachte schepselen; . en hoe vele van deze bewonderings-
waardige diertjes worden er niet meèdoogenloos en door onkunde
vernield, door het Rupsje, waaruit dit fraaije Vlindertje te voorschijn
komt, te vertrappen, zonder te bedenken wat men vernielt en welke
geringe schade dit kleine Rupsje aan de Rozenstruiken doet. Vliegende
stelt Fig. 5 dit Vlindertje voor, waardoor derzelver ondervleugelsFig. 5.
zigtbaar worden; onderling verschillen zij nog al in kleur en vlakken,
en het onderscheid in kunne is alleen aan de meerdere of mindere
V v 2 Mt