62 N A C H T - V L I N D E R S ,
zijnde de Noctua Cypriaca op Plaat X X X IX in liet vierde Deel
afgebeeld, terwijl wij bij dezen een tweede voorbeeld daarvan de Lief.
hebberen aanbieden in de Noctua Radicea, wier Rups zich alleen van
de wortelen van sommige gewassen , en voornamelijk die der grassoorten
bediend, waarom wij die dan ook met den naam van Graswortel.
Vlinder bestempelen.
2.
De levenswijs wan deze Rupsen-soorten die zÏGh altijd bij uitsluiting
onder den grond ophouden, heeft van zelf ten gevolge dat zij ons
niet dan zelden en als bij toeval in handen komen en alzoo weinig
bekend zijn, ofschoon men van sommigen, zoo als bij voorbeeld onze
tegenwoordige soort, de Vlinder dikwijls aantreft; deze vingen wij
bijna jaarlijks, zonder er immer de Rups van te hebben gevonden
tot dat wij in den vorigen Zomer bij het uittrekken van eenig gras,
tusschen de wortels daarvan, er eene bijna volwassen ontdekten.
S- 1
De afbeelding van de Rups der Noct. Radicea bij rozet, ons
bekend zijnde, zagen wij met genoegen dat deze de nu door
ons gevonden soort was, als komende dezelve daarmede vrij wel
overeen, alléén het schijnbaar onderscheid in voedsel bevreemde ons,
daar rosel zegt zijne Rups in een stuk vochtig en vermeld hout
gevonden te hebben.
j .4
van. het tweede gezin der eerste bende. P . V , Tab. X V I I . 63
5. 4.
Eene naauwkeurige voorstelling onzer Rups levert de ode Fig. op Tab.XVll,
Tab. X V I I ; deze de eenige zijnde die ons onder de oogen kwam, kunnen Fig. 2.
wij bij ervaring niet verzekeren, in hoeverre zij onderling in kleur of
teekening verschillen; wij vermoeden echter dat dit nog al aanmerkelijk
js, althans geeft tot dit gevoelen aanleiding de afbeelding die hxjener
van dezelve gegeven heeft , en van welke wij, om het kennelijk onderscheid
te doen zien, eene zeer naauwkeurige afteekening hebben vervaardigd
, op de Plaat hij Fig, 1 te vinden.] Fig. 1.
’ 5. 5.
Het was in den aanvang der maand Junij dat wij onze Rups vonden,
nog ruim 8 dagen at zij met graagte de glaswortelen, en was toen
volwassen een weinig grooter dan onze afbeelding, doch kleiner dan
die van hdbner; binnen weinige dagen was zij in eene donkere bruine
Pop veranderd, bij Fig. 3 voorgesteld, uit welke na ruim i 4 dagen p,g
de Vlinder te voorschijn kwam , zijnde 'omstreeks het begin van Julij ,
den tijd dat men deze Vlinders legen oude schuttingen zittende, nu
en dan aantreft.
5- 6.
Schijnt het onderscheid tusschen de Rupsen groot te zijn, zeker is
zulks het geval met de Vlinders zelven die elkander zelden volkomen
gelijken; dit geeft wel eenige aanleiding om hier te denken aan twee
elkander zeer na verwandte soorten, tot eene van welke dan welligt de
Rups van bttbnek zoude behooren, waaromtrent wij echter voor het