N A C H T - V L I N D E R S .
Meur op de bovenvleugelen die onze Vlinder beeft, ook »twijfelen wjjl
of de Serratilinea wel in ons vaderland te vinden is , althans is dezelve!
nooit door ons waargenomen, en wij zijn dus niet in staat het oncleiJ
scheid in de Rupsen op te geven.. Gaooter verschil bestaat er tusschej
onzen Vlinder en de Noctuci Dysodea, met welke hij niettemin ook isl
verward geworden, blijkens de opgegevene Synonymen in het werk
van borkhausen , doch waaromtrent wij ook weldra door de afbeeld
ding en beschrijving der Dysodea zelve, allen twijfel zullen kunnen
opheffen. Meer echter dan een der beide genoemde soorten, komt
met onze Vlinder overeen de door hubner afgebeelde Noctua Xan* I
thomista, waarvan zich een fraai exemplaar bevind in de verzameling
van onzen vriend den Heer DrA iijiiV , hetwelk zijn Ed. voor eenigen!
tijd, als eene groote zeldzaamheid uit PFeenen werd toegezonden; bij
vergelijking van die Vlinder, met de Flavicincta, ontstaat waarlijk
weder de twijfel of dezelve inderdaad eene soort op zich zelve , dan
wel eene aanmerkelijke verscheidenheid van deze zij; het grootste verschil
bestaat in de ondervleugels, die bij de Xanthomista geheel wit
zijn met een* zeer smallen zwarten zoom, terwijl de teekeningen op de
bovenvleugels volmaakt dezelfde, doch in plaats van geelachtig rood,
geheel zwavelgeel zijn.