5 i NACHT-VLINDERS, uA.rrrÉEVBOBz.d-EEitsTE asEDE,P. P , T .X ly
Fjg. 6. en het achterlijf en de vleugels naar boven, zoo als Fig. 6. o«
hetzelve voorstelt. Het onderscheid dér hunne is aan het achterlijf
alleen iets te onderkennen, in kleur of teekening verschillen 2fi
zelden aanmerkelijk, slechts eenmaal ontdekten wij eene opmerkenswaardige
afwijking, waar de breede gele streep, aan de binnenrand
der bovenvleugelen, geheel wit was, en ons ligt eene andere soort
zoude hebben doen vermoeden, zoo wij niet dit Vlindertje, met eenij
anderen, uit het Rupsje hadden voortgeteeld.