om van vele andere niet te gewagen-, de Autumnus-Vh'üder{/^W<£Wzar),.
afgebeeld in dit Werk in het Tweede Deel; nog later in het ,aar,
bij herbegin- des Winters, de Winter-Vlinder, (Srumata) in het
Derde Deel dezes Werks afgebeeld; en .bij het eindigen des Winters,
vroeg, in liet voorjaar, alvorens de lentewarmte nog haren invloed
medegedeeld heeft, hij eenigzins gunstig weder somtijds reeds in
de maand Februari;, verschijnt de Vlinder Geom. ‘ Prodromaria
genaamd'; ook deze ontleende zijnen naam van den tijd zijns te voorschijn
komens, beteekenende zoo veel als Voorlooper of Voorbode. Van
dezen Vlinder hebben wij nog geène afbeelding in dit Wérk gegeven,
dezelve zal dan nu bet onderwerp wezen, en naar aanleiding van den-
latijnschen naam zullen wij deze soort thans onder den naam van de
vroege Plinder beschrijven en afbeelden,
$ m
Ofschoon elders in Europa meer of min menigvuldig, Behoort déze-
bij ons echter onder de zeldzaam voorkomende; in de maand Mei
eenige jaren geleden, vonden wij buiten Haarlem eene Rups dezer soort
op Imdenbladen, dezelve was naar ons voorkwam toen slechts twee
malen verveld , en in het volgende jaar in de maand Junij vonden wij
weder, ook slechts eene enkele Rups buiten A rnhem, deze was toen
Tab.XIlI. volwassen en voedde zich met eikenbladen. Bij. Fig. i . op Tab.' XIII
Frg. i. 2. is de Afbeelding der Rups op zijde te ziem, terwijl Fig. 3 dezelve
van bovem vertoont, om de niet onaardige teekening op den rug te
doen zien.
|| t
van hel twsed e gezin der tweede bende, P . P . T a b .X I lI - 4<j
§. 3.
De eerste Rups liet zich de linden- en daarna de tweede Rups de
eikenbladen wel smaken tot hare volle grootte, en toen de tijd ter verandering
naderde, kroop zij in de aarde, die wij haai-, in het vermoeden
, dat zij zich die ter verandering kiezen zouden, gegeven hadden;
en eenigè tijd daarna dezelve onderzoekende, vonden wij m een zeer
losjes aaneengehecht spinsel, de donkere bruine Pop, zoo als dezelve bij
Fig. 3 is afgebeeld. 3-
§. '4,
Toen wij de eerste maal de Rups gevonden hadden, was de daaruit
voortkomende Vlinder ons onbekend , en daar wij maar eene Pop hadden
vreesden wij dat die welligt sterven, en wij dus den Vlinder niet zien
zouden; te meer vreesden wij d it, omdat het zoo lang duurde eer de Vlinder
tevoorschijn kwam; het was den laatsten Junij, dat de Rups inde aarde
kroop, en acht dagen daarna vonden wij, dezelve doorzoekende, reeds de Pop;
het geen ons deed vooronderstellen dat misschien de Vlinder voor den Winter
zoude üitkomen, en dan de Eijerem het gure jaargetijde over liggen; van
tijd tot tijd naar de Pop ziende, verliep echter de eene week na de andere,
ja de eene maand na de andere, en de Winter verscheen maar de
Vlinder niet, tat dat dezelve eindelijk in de maand Maart des volgenden
jaars zijn Popvlies verliet en enze verwachting voldeed. Naderhand de
Rups wedervindende, en die ook in Pop veranderd zijnde, was ons de
tijd, dat de Vlinder komen zoude, bekend; onze nieuwsgierigheid was
L a- pok