elke soort het onfeilbaarst middel, doch hij gebrek daarvan komt ons
een door vele jaren geoeffend oog dikwerf ook zeer te stade. Derge.
lijke vergissing heeft hij vele Schrijvers dikwijls, plaats gehad met
Tab X X L den Vlinder welken wij op Tab. X X I den Liefhebberen aanbieden,
de Noctaa Flavicincta. namelijk, (dien wij, in onze taal- Geelbanl
Vlinder zullen n o e m e n e n het verheugd ons daarom te meer, door
het ontdekken van derzelver Rups, den daaromtrent bestaanden twijfel
te kunnen opheffen.
5- 2.
Weinige jaren geleden, vonden wij omstreeks het einde der maand
Mei, te Harderwijk op de bladen vaü sommige laag groeijende krui.
den, bepaaldelijk op de gewone Pieterselie en Primula veris eenige
ons onbekende fraai- groene geheel gladde Rupsen met eeiien hélderen
Fig. 1. zijde-strecp en oranje-kleurige luchtgaten, af geheeld bij Fig. 1 .' Zij
kwamen ons voor volwassen te zijn , en kropen dan opk na korten
tijd ter verandering in de aarde, weinige dagen waren hiertoe voldoende,
want reeds bij het einde van den vierden dag vonden wij re
pjg 2 allen in bruine Poppen veranderd, gelijk Fig. 2. er een voorstelt.
' $. 3.
Daar het jaar nog niet zeer verre verloopen. was, vermoeden wij
den Vlinder nog voor den winter te zullen bekomen ,'en dit bleek
niet ongegrond te zijn, komende hij omstreeks de helft der maand
September uit het popvlies te voorschijn, — Wij herkenden denzel-
ven voor de Flavicincta, zoo wel door vergelijking ipct Exemplaren
uit
van het tweede gezin dér eebste b ende , P. V . Tab. X X I . 77
L eieenè Verzameling en die van den Heer d’ailly , als ook hit on Ac &
L t afbeelding door hubner daarvan gegeven.
$. 4.
I Ofschoon wij de Vlinders bij elkanderen plaatsten , hebben dezelve zich
L i t e r niet gepaard, want eane der wijfjes legde wel eenige Eijeren,
L , dezelve verdroogden spoedig, het geen ons te meer leed deed,
L r wij rm onbekend bleven of de Eijeren van deze soort of, wel de
Lusen den winter overblijven ; wij vermoeden het laatste, omdat wij
L de maand Mei, dus nog vroeg in het jaar,,reeds de volwassene
Lpsen gevonden hadden 5, ook schrijft RÖsÈx,, dat de door hem op
fab, L V , in het eerste deel van zijn werk afgebeelde Rups, nog voor
L ’ winter uit het Ei komt, en wij twijfelen niet of de daar afgeleide
Rups en Vlinder is dezelfde soort als de onze, want alhoewel er
msschen beiden wel eenig onderscheid is , komen de Vlinders elkander zoo
Ll in kleur als in teekening zeer. nabij,. Het onderscheid tusschen
[mannetjes en w^fjes Vlinders is gering, en alleen mfaar zigtbaar,
[{kenmerkt zich -althans hoofdzakelijk aan... het meerder gepluimde
Lhteilijf van het eerstgenoemde. Bij Fig. 3 op.de plaat is de afbeel-Fig. 3.
Bing van zoodanig mannetje-, en bij Fig. 4 , die van een wijfjes Fig. 4.
minder.
5. 5, .
Het is voornamelijk de Vlinder bij hubner Polyodon en bij
OCHSENHEIMEB. Serratilinea genaamd, met welken ons tegenwoordig
[voorwerp dikwijls is verward; de Exemplaren echter die wij van dezen
kennen zijn allen merkelijk grooter, en missen ook de geelachtige
kleur