I m*‘ de b,aden van de Galium verum en Sonchus arvemis voedt
» echter heb ik dit niet, zoo als het overige, bij eigen onderla
vinding,”
Tot dus verre de belangrijke mededeeling van den WeUEdelen Heer
liABouCHÊRE,. bij welke wij alleen dit te voegen hebben, dat de
Tab.XH. nevensgaande Plaat, zijnde P. V. Tab. X I I , naar de fraaije aan
Fig. I.ons gezondene Teekening is vervaardigd, en dat Fig. i de Rups
Fig. a. 3.F ig . a de Pop, Fig. 3 den Wijfjes - Vlinder in de Vliegende
Fig. 4. gedaante, en eindelijk Fig. 4 het Mannetje in den loopenden
voorstelt.