
A R C Y RIA P Ü NICEA PERS.
Purperroode slymzwam.
PI. 1945.
Stelsel tan Linnaeus : Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk stelsel: Cellulares Mycetes. Ord. Myxomycetes. Seot. Myxomyeetaceae.
Geslachtskenmerken : Peridia regularia, stipitata eircumscissa, superne evanescentia, basi persistente
calyoulari. Capillitium e tubulis intortis compaetum i elastice expansum, deoiduum, receptaeulo
vel tubo stipitis innatum. -
Peridium regelmatig, gesteeld, rondom ingesneden, met verdwijnend bovendeel en blijvende kelkvormige
basis. Capillitium stevig door in elkander geweven buisjes, elastisch uitgezet, afvallend,
uitgroeiend uit het receptaculum of de buis van den steel.
Soortelijke kenmerken : peridiis congestis, vulgo stipitatis, plus minus ovoideis, intentibus; stipite
stricto, longitudine vario, colore peridii, stipitis, capillitü et sporarum maturarum vario, ut plurimum
croceo, puniceo vel lateritio-rubro; tubulis capillitii aequalibus, applanatis, e receptaeulo enatis,
!! « iatis, protuberantiis semicirculos vel circulos sistentibus ornatis; sporis levibus 0 V f“ diam.
Peridien dicht opeengehoopt, meestal gesteeld, meer of minder eivormig, glimmend; steel recht,
van verschillende: lengte; kleur van het peridium, den steel, het capillitium en der rijpe sporen
verschillend: meestal saffraangeel,'purper of steenrood; buisjes van het capillitium gelijk, afgeplat,
uitgroeiend uit het receptaculum, 3 n breed, voorzien met uitwassen die halve of heele cirkels
vormen; sporen g la d , 6—7 (& in doorsnede.
A. 2mnicea Pars. Disp. Meth. Fungi p, 10, Pat. Tai. An. Fungi p. 83 f. 193, Cooke Myx. p. 60
f. 190, 192, 197, Bost. Mm. p. 268 f. 190, Schroot. Krypt. Schles. Püze p. 109. Voorts beschreven
als: Clathroides purpureum Mich. Clathrus pediculgtus Gmtt. Arcyriapedicula HUI. Clathrys dmudatus
L. Trichia-Mucor clathroides Scop. M. piriformis Leers. Clathrus pedunadatus Batsch. Lycoperdon
rufum 'Vieles. Stemmites denudata Behl. Embolus crocatus Batsch. Stemmites crocata WUld. 8t.cocdnea
Both. Trichia denudata Vül. T. graniformis Hoffm. T. dnnabaris Buil. Stemmites crocea Gmel. Trichia
rufa With.-, T. purpurea Schum. Arcyria rufa Schm. A. melanocephala Schum. A. cmjugata Schum.
A. cincta Schum. A. cylindrica Schum. Trichia dnnabaris DC. Arcyria fusca Fr. A. vermcosa Bifhi.
Verklaring der afbeeldinuen : «. Capillitium nat. grootte, b. on c. hetzelfde in verschillende
vergrooting.
Groeiplaats: Op rottend hout in Zweden, Buitschland, Engeland, België, Siberië, Italië, Frankrijk,
Hongarne, Finland, Noord- en Zuid-Amerika, Afrika en Australië.
Nederland: Uit ons land reeds vermeld in Prodr. Fl. Bat. II. pars. IV. Voor Leiden Dz. et Mb.,
Zuid-Beveland v. d. B., Sas van Gent Walr.
De afgebeelde plant werd den 29shm Juni 1912 door den Heer H. A. A. van der Lek in den
Hortus te Leiden op een stuk rottend hout uit de Orchideënkas gevonden.