PEN lOPHORA QUERCINA CKE. 1995-
PENIOPHORA QUERCINA COOKE.
Eiken korslzwam.
PL 1995.
Stelsel van Linnaeus: Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk stelsel: Cellulares Mycetes. Ord. Basidiomycetae. Fam. Hymenomycetae. Sect.
Thelephoraceae.
Geslachtskenmerken: Zie Di. SS, N°. 1540.
Soortelijke kenmerken : Cartilagineo-membranacea, primo adglutinata, dein oentro adfixa, undique
soluta et demum involuta. rigido,'subtus glabra, nigresoens; hymenio eontiguo, carneo; sporis
7 - 9 X 2 - 3 vel 1 1 - 1 4 X 3 - 3 ,5 .
Primitus utique adglutinata, dein siccitate contracta et liberata, hino non rimosa.
Kraakbeenig-vliezig, eerst aan elkander gekleefd^ daarna in het midden vastgehecht en rondom
loslatend, ten slotte naar binnen gebogen, stijf, van onder glad, zwart wordend; kiemvlies aaneengesloten,
vleezig; sporen 7 9 X 2—8 of volgens anderen 11 -11 X 8- 3,5.
In het begin geheel samengekleefd, dan door uitdroging samengetrokken en vrij wordend en
daardoor niet geplooid.
Pen. querdna (Fr.) Cooke, GremUea VIU, p. 3 0 , t. 125, f ■ 13; Sacc., SyU. VI, p. 611, Oud.,
Rb., I, p. 121; Cortkium: Fr., Epicr., p. 563, Hym. Eur., p. 653; Pat., Tab. 252; Berk., Outl.,p.
275; Theleph. querc. R , Synaps., p. 573, Syst. Myc. I, p. 112, Flench., p. 186; Nees, Syst.,f.253;
Qrev., Scot. t. 112; 'Lh. adglutinata P., Myc. Eur. I, p. 131, Auricul. corticcdis Buil, t. 136;
Theleph. carnea Schrad.
Groeiplaats: Op schors en hout, voornamelijk van eiken, in Europa algemeen, ook in de Vereenigde
Staten van Noord-Amerika.
Nederland : Ook in ons land zeer algemeen op dood hout, voornamelijk eikentakken. De afgebeelde
zwam werd in November 1914 door Mej. Cool verzameld in het Lisserbosch.