
STIPA NEESIANA TRIN. ET RDPR.
Nees’ Priemgras.
Hoogduitsch: Nees’ Pfriemengras.
Engélsch: Nees’ Stipa.
Bloeit: Mei—Juli. *j..
PI. 1997.
Stelsel van Linnaeus: Cl. III. Ord. II. Triandria. Digynia.
N atuurlijk stelsel: Vasculares Monocotyledoneae. Ord. Gramina.
Geslachtskenmerken: Gluma bivalvis, uniflora, flore longior; valvae acutae vel ex apice aristatae.
Glumella bivalvis, denique cartilaginea; palea inferior cylindrico-convoluta, terminata arista torta,
basi articulata, sed persistente. Lodiculae 3. Caryopsis paleis cartilagineis arcte involuta.
Kelkkafjes gepaard, eenbloemig, langer dan de bloem, spits of uit den top genaaid. Kroonkafjes
ten laatste kraakbeenig, onderst kroonkafje cilindervormig-toegevouwen, eindigend in een gedraaide
naald, die aan den voet geleed is, doch niet afvalt. Zwellichaampjes 8. Vrucht door de kraakbeenige
kroonkafjes volkomen ingesloten.
Soortelijke kenmerken: Caule erecto, exeunte in panicula magna, usque ad 7 dm. longa, laxe
recurvata; spiculis lanceolatis, brevipedunculatis; glumis lanceolatis, apice longe acuminatis, paulo
inaequalibus, apicem versus membranaceis, basi violaceis; arista 7—10 cm. longa, in axe longitu-
dinali spiraliter contorta, apice in sensu contrario torsionis basalis, articulata supra coronam, quae
fructui imposta est, et formata est e serto squamarum membranacearum, apice setas breves gerentium.
Stengel opgericht, eindigend in een hooge sierlijke, tot 7 dm. lange, los overhangende pluim; bloem-
pakjes lancetvormig, kort gestoeld; kelkkafjes lancetvormig, lang toegespitst, eenigszins ongelijk, naar
den top vliezig, benedenwaarts violet gekleurd; naald 7— 10 cm. lang, om haar as spiraalvormig gedraaid,
doch bovenaan in tegengestelden zin van de onderste windingen, geleed boven het kroontje, dat
aan den top van de vrucht achterblijft en dat bestaat uit een krans van vliezige, aan den top ruw
en kort geborstelde schubjes.
Verklaring der afbeeldingen: a. Vruchtjes vergroot, b. Bloempakje 4 X vergroot.
Groeiplaats: Zuid-Amerikaansche plant, uit Argentinië en Brazilië ingevoerd.
Nederland : De Heer A. W. Kloos J r. vond deze aangevoerde plant den 27sten September 1916
te Wormerveer; hij kweekte haar in zijn proeftuin, en was zoo vriendelijk mij een exemplaar ter
afbeelding toe te zenden.