
RUBUS G O T H ICUS FRIDERICHSEN. 1931
Gothische Braam.
Hoogduitsch: Gothische Brombeere.
Engelsch: Gothic Bramble.
Bloeit: Juni—Juli.
PI. 1931.
Stelsel van Linnaeüs: Cl. XII. Ord. III. Icosandria. Polygynia.
N atuurlijk stelsel: Yasculares Dicotyledoneae. Ord. Rosaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. II, N°. 105.
Soortelijke kenmerken: Turiones teretiusculi, paree pilosi, aculeis aequalibus compressis falcatis
muniti; folia saepe ternata, foliola grosse et saepe subinciso-serrata, supra glabriuscula, juniora
subtus vix tomentosa, terminale e basi ovata a medio sensim acuminatum; inflorescentia subangusta,
subelongata racemosa vel saepius e pedicellis fasciculatis composita, pedunculi elongati, tomentosi
aculeati et glandulosi, sepala tomentosa, stamina stylos roseos superantia.
Loten rondachtig, weinig behaard, met verspreide, bijna gelijke, uit verbreeden grond sikkelvormige
stekels bewapend; bladeren dikwijls drietallig, blaadjes grof en dikwijls ingesneden gezaagd, van
boven bijna kaal, ook de jongere van onderen nauwelijks viltig, eindblaadje met eivormigen voet,
van af het midden langzamerhand toegespitst; bloeiwijze tamelijk smal, eenigszins verlengd trosvormig
of dikwijls uit bundelvormige bloeistelen gevormd, deze lang, viltig en klierig. Kelkbladen viltig,
meeldraden langer dan de roodachtige stijlen.
Verklaring van de afbeeldingen: A. Jonge loot. a. Bloem. b. Grijsviltige kelk, na den bloei
uitstaande, c. Bladrand, e. Stampers, f. Meeldraden. f \ Dezelfde iets vergroot, g. Smalste bladeren
(verkleind), h. Eindblaadje. h \ Een der andere blaadjes, i. Middengedeelte loot.
Groeiplaats: In hagen en langs boschranden in het'noordoostelijke en middengebied van West-
Duitschland, van Oost-Pruisen tot Sleeswijk-Holstein, in Thüringen en Noord-Hongarije; waarschijnlijk
verspreid ook meer westelijk voorkomend.
Nederland: De afgebeelde plant werd den 8sten Juli 1912 door den Heer W. W. Schipper te
Heiligerlee bij Winschoten in een heg aangetroffen en ons ter afbeelding in deze Flora welwillend
aangeboden.
De hier beschreven plant behoort tot de Corylifolii, dat is tot de groote groep van hybriden
tussohen Rubus caesius en de andere bramen. F ocke rekent haar tot de sub-thyrsoidei en in het
bizonder tot een ondersoort van R. Laschii Focke.