
B O V I S T A P LUMB EA PERS.
Loodkleurige bovist.
PI. 1980a.
Stelsel vak Linhaeiis: Cl. XXIV. Sect. V. Cryptogamia. Fungi.
Natuurlijk stelsel': Cellulares Mycetes. Ord. Basidiomyeetes. Fam. Hymenomycetes. Sect
Lycoperdaceae.
Geslachtskenmerken: Peridium globosum, membranaeeo-papyraeeum, persistens, sessile, cortice
ceraceo-carnoso vel membranaceo-floccoso, fragili, deciduo tectum; osculum fimbriatum, aut nullam,
oapillitium persistens, basi densius nee sterile; sporae sphaericae, plerumque longiter caudatae.
Peridium bolvormig, vliezig-papierachtig, blijvend, zittend, bedekt door een wasachtig-vleezige
of vliezige, vlokkige, breekbare en afvallende schors; mondopening gewimperd of ontbrekend;
oapillitium blijvend, aan den voet dichter en niet onvruchtbaar; sporen bolvormig, meestal lang gestaart.
Soortelijke kenmerken : Peridio sphaeroideo, papyraceo, e* albo plumbeo, cortice basi subpersistenti,
esculo angusto; gleba primo albida, dein rnbescente, odorata, demum fusco-purpurea, pulverulenta;
sporis sphaeroideis vel obovoideo-sphaeroideis, e flavido fuscis, 4 - 6 y., pedicellatis verruculosis.
Peridium bijna kogelvormig, papierachtig, eerst wit dan loodgrijs, met een aan den voet vrijwel
blijvende bast, en nauwe opening; gleba eerst witachtig, dan roodachtig, welriekend, later bruin-
purper, bestoven; sporen bolvormig of omgekeerd eivormig bolvormig, eerst geelachtig, dan bru ,
4—6 M gesteeld en met wratjes voorzien. I I
bJL.plumbea Pers. H H 1 M ■ M B * 1 BB SIZ BH plumbeum VUtad. Mmogr. Lycopérd. p. 174. Sackea plumbea
Lycoperdm ardmiaeum Buil. Champ. f. 192. Bye. sphaerimm etc. Mich Gen. t. 97 f. 6... Bom
furfuracea Pers. Syn. p. 138. ?Lycoperd. furfuraceum Batsch Beneh. t. 145.
Groeiplaats; Op grazige planteen en in weiden van Europa en Noord-Amerika, bij Minnssinsk
in Siberië en bij Adventbay op de Azorische eilanden.
Nederland: Reeds op verscheidene plaatsen in ons land waargenomen; |n weilanden op zandgronden
De afgebeelde planten werden aangetroffen den 28*™ Augustus 1915 op schapenpaadjes
■ Ü B heide 'door den Heer J. | F. ue Meijere te Ede Zij werd ook gevonden den
lOden September 1915 door Mej. Cath. , Cool bij de steenen baak te Bnelle op wedand w j r
schapen graasden, tusschen exemplaren van Lycoperdon furfuraceum, welke laatete ehampigno»
volgens mededeelingen van Mej. Cool, een geheel andere soort moet zijn als de afgebeelde plant.