CAREX KN EU CKERIAN A. LAHN -
= C REMO TA X VU UP IN A NEMOROSA. 1977.
CAREX KNEUCKERIANA ZAHN.
(CAREX REMOTA X VULPINA NEMOROSA).
Kneucker’s Zegge.
Hoogduitsch: Kneuckers Riet.
Engelsch: Kneucker’s Carex.
Bloeit: Juli. 2j..
PI. 1977.
Stelsel van Linnaeüs : Cl. XXI. Ord. III. Monoecia. Triandria.
Natuurlijk stelsel : Yasculares Monocotyledoneae. Ord. Cyperaceae.
Geslachtskenmerken: Zie Dl. Y, N°. 365.
Soortelijke kenmerken : Culmis gracilibus, laxis, humilioribus; foliis laxis. Inflorescentia spicata,
laxa, squamis albis vel albescentibus, interdum margine fuscescentibus.
Halmen dun, slap, tamelijk kort. Bladeren slap. Bloeiwijze aarvormig, tamelijk los. Dekblaadjes
wit of bijna wit, hoogstens aan de randen eenigszins bruin wordend.
Verklaring der afbeeldingen : a. Bloemaartje. b. Afzonderlijke bloem. c. Urntje met vruchtbeginsel.
d. Doorsnede halm.
Groeiplaats: Op vochtige weilanden, in groepjes bijeen, tamelijk zeldzaam; in Duitschland
slechts bekend van de Boven-Rijnvlakte en van Rostock. Het is een bizondere vorm van C. axillaris
Good., de gewone bastaard tusschen C. vulpina en C. remota.
Nederland : Gevonden op het Dordtsche eiland, van waar de Heer A. W. Kloos Jr. den Bden
Juli 1916 de goedheid had mij een exemplaar ter afbeelding toe te zenden; het werd aangelroffen
tusschen talrijke exemplaren van Carex axillaris Good. Ook afwijkende vormen kwamen voor, die
waarschijnlijk hun ontstaan dankten aan kruisingen met een der tusschenvormen tusschen C. vulpina
typica en C. vulpina nemorosa.