I ' K f T ^ wmmrn
HET ARDENNER PAARD.
il
rijke streken, laten weinîg- terrein beschikbaar voor iandbouw.
Het centrura-arrondissement van Sedan en een gedeelte
van Mézièr en Rocroi. bestaat iiit een bodem gcschikt voor
Inndboiiw, ofechoon de grond dikwijls arm schijnt
Het zuiden is moei- een kalkachtigen en jong alluvialen
Iwdem en is bijzonder geschikt voor Iandbouw.
In de boschrijkc streck leeft een paard, dat klein maar
zeldzaam sterk is. Het leeft het gansche jaar in het bosch, des
winters de sneeuw wegkrabbende om een wortel of wat gras tc
vinden. Dit paard heeft een exceptioneele oenstitutie Wordt het
in do lagere streken gebracht, waar het zieh onder betere condities
bevindt, dan ziet mcn het een omvang aannemcn, waartoe
men het niet in Staat gerekend had. Door de natuur gevormd
om te kunnen voldoen aan zijn zwaav werk, moet het ook zoo
blijven, en kan niet verbeterd worden door een kniising, de
mdsalliance zou hem de noodzakelijke qiuiliteiten voor zijn bestaan
doen verliezen.
In het midden der Ardennen, vindt men eonige uitgestrekte
vlakten, en cenige zeer vruchtliare terreinen gelegen längs
de Maas en de Aisne. Het paard uit die Streek is lichter.
De zuideHjke streck is de zone der granen. Zij kan het
groote zware paard pioduceeren en groot brengen, en kruisingen
met Boulonnées en Percheron kunnen hier reüssieren. Uit een
handelsoogpunt eischt liet algemeen belang van de streck het
zware paard, daar de nabijheid van Champagne een zeker débouché
is. Het département der Fransche Ardennen bezit eenige zeer
vruchtbarc dalen, (van de Aisne, de Retourne, enz.) met uitstekende
weiden. Men ziet er zecr veci gelniporteeide écnjarigo
hengstveuiens, afkoinstig van de markten tc Namen en te Givet.
De fokkerij van Ardennera wordt het meest gedreven in den
ointrek van Rethel, Vouziers, Junivillc en Bignicouret. De meeste
paarden zijn ruinen, de hengstveuiens worden reeds vroogtijdig
ontmand, en de nierrien verlaten zelden het land.
Men vindt in de Fransche Ardennen een drietal variëteiten
n.l.:
I'. den eigenlijken Ardenner en wel in twee soorten n.l. de
zware en de lichtc. De eerste Renmerkt zieh door zijn kracht en
groot uithoudingsvermögen, van middelmattige taille (1.50 A 1.55 M.)
hceft hij een zwaar hoofd, een kortc, dikke hais, een ineengedrongen
romp, Het kmis is dikwijls plat en schuin, ieU hooger
liggende dan de korte lenden. De spronggewrichten zijn vaak
naiiw, doch de beenen zijn over 't algemeen tamelijk goed, De
haarkleur is meestal roodschimmel. Hij lijkt zecr veci op het
paard uit de Belgische Ardennen.
De lichtere soort, die men oneigenlijk wel als rijpanid
qualificeert, heeft cenige gclijkenis met het Bretagner paard.
Zijn hoofd is veci minder giof, de hals is langer en minder
Hik, de ribben zijn rondcr, het kmis is minder schuin, de voimen
in 't algemeen zijn edeler, de buik is minder groot, de bcencn
zijn fijner. Men treft deze soort vooral in het dal van de Maas
aan. ook hier vindt men wel roodschimmels.
2". de varieteit gcnaanid Fercherou, ingevoerd iiit de \'erschillende
gedeelten van Frankrijk, en
3*. de Ardenacr-PenheroH die doorgaans wat betere gangen
hccft dan de eigenlijke Aidcnner, maar minder weerstandsvermogen.
Het Ardenner paard is een pr&ieusc bron voor de remonte
der Fransche artillerie.
Het Ardenner stamboek vereischt een paard, dat door zijn
bouw gcheel beant\voordt aan lict werk, dat het moet doen, en
dat teveiis ccn goed handelspaiird is. Bijgovolg ccn paard dat
wat zijn kracht en taille betraft beter is dan de meeste dcrtcgenwoordige
exemplaren, dat gescliikt is vooi- het land en door zijn
eigcnschappen gemakkelijk te verkoopen is.
Zooals Paruit opmerkt heeft de Fransche Ardenner dric
vcrschillende sti-eken. Het oudc ras is geschikt voor het boschrijke
noorden, het paard van middelmatige taille is alleen te
producecren in het centrum van het land en het zware koudbloedige
paai-d in de goede streken längs de rivier de Aisne.
Wat men ook doen möge, zegt Paruit, de Fransche Ardennen
zullen altijd drie soorten van paarden hebbcn, overcenkomende
met de geologisclie streken. Men hceft dit feit langen
tijd Over het hoofd gezien, men dacht overal dczelfde paarden
te kunnen fokken, als in het beste fokclistricL Frankrijk bezit
echter niet overal denzelfdcn bodem, hetzelfde klimaat, dezolfde
producten en kan dan ook niet overal dezelfde paarden fokken.
Een voorbecld van deze stelling vindt men in Amerika,
in die streken waar men met Percherons fokt. Men ziet de
nakomelingen fijner worden, terwijl zij in andere streken iiun
Sedert geruimen tijd wordt door de administratic der dcpots,
ook tegen dezen natuurlijken gang van zakengezondigd, door in de
Ardennen dekhengsten te station neeren, die, òf vol-ôf halfblocdproducten
zijn. De resultaten waren: geen li^erpaardcn van deze
categorie in de Ardennen, ophefiîng in 1863 van het dépôt te Charlcville,
waarvan de hengsten niets anders voortgebracht hebben dan
'iioïK'aUiirs'. Deze vorkeer<le richting, door de ondervinding bewezen,
heeft de administratie cr nu, na herhaalde verzoeken,
toe gebracht, om het aan tal koudbloedige hengsten tcvermeerderen,
vooral daar, waar men geen halfbloedhengsten verlangde.
Het koudbloedige paard (cheval de trait) is voor de Ardennen
het eenige geschikte paard, cerstens door zijn tcondiUoHs
sfii'ciales", en ten andere, omdat men in de Ardennen het warmbloedige
paard niet de zorgcn kan geven, die het noodig heeft.
Men verlangt in de Fransche Ardennen een trekpaard, dat
in de gansche wereld als zoodanig te gebruiken is. De fokker.
die er zieh op toelegt, om van zijn bodem de beste producten
te krijgen, daardoor ook de verbetering te bevoordeelen, zal een
produci hebben, geschikt voor zijn arbeid; de handelaar vindt
daarin een individu van goede constitutie, gcschikt voor allen
zwaren aAeid en bestand tegen vermoeienis; en de Staate(;
ngoed
paard voor de artillerie.
Het systeem van verbetering, door het stamboek i]
n prac-
tijic gebracht, is het vorig jaar aangevuld geworden doo
hengsten giatB disponibel te stellen.
Het stamboek doet dit nu op de volgcnde wijze:
I'. Het geeft aan ieder arrondissement een som van 100
francs voor de fokkerij te steunen.
2". Gratis disponibel stellen van dekhengsten aan eigenaars
van inerrien die opnieuw in het stamboek ingeschreven zijn; in
ie<ler geval zullen zij die excellente merriän hebben. door de
inschrijvingscommissie genotcerd als très bunnes. het eerst hiervoor
in aanmerking ko men.
3". De begunstigde fokkers zullen hun merrifin moeten
presenieeren aan de hengsten, die op de lijst aanbevolen zijn.
4'. De keuzc van hengsten door de cantonale commissie
wordt gedaan, rekening houdende met den bouw en overige
eigenschappen der rassen.
De hcOT Dumont zegt in !'AgriaiHure de la Cham-
I ook doet, I n zal nim T het z
fl ili