HE-f ZEEUWSCHE PAARD.
i
l i
i
11
Kiat onder de aangeboden hengsten er vele nieuwelingen
waren die den ouderen hun v r o ^ behaalden ròem kw-amen
betwisten."
De Clydesdalehergst Pride of Burnbank, in 1892 door een
verecniging op de eilanden Scliouwen en Duiveland in Schotland
aangekocht, behaalde den prijs van /600. De Brabantsche hengst
Monaco van Jules Carón te Roevel bij Turnhout, verkreeg de
prijs van /400. Dit is, zegt 't verslag, een flink gebouwd landbouwpaard
van goed gefivenredigden bouw cn stevig bcenstelsel
en mimen gang, vooral in draf- Ongetwijfeld zal deze hengst op
het eiland Zuid-Beveland de ^'erbetering van het ras zeer in de
hand werken.
In datzelfde verslag wordt verder gezegd: „Nu wij deze
jonge hengsten voor den geest trckken, moet ons cene opmerking
van het hart en brengen daarbij een spreekwoord in herinnering,
dat helaas niet genoeg buigerrecht hecft, al. Rcn goed paard
komt uit de haverkistl Is dit van toepassing op alle paarden
gebezigd tot verschillende diensten, bovenal is dit het geval voor
jonge cUeren, en ieder zal dit duidelijk worden, als men den groei
in de verschillende levensjaren n^a a t Van verschillende personen
vememen wij, dat de veulens na het spenen bijna gcen haver
wordt toegediend, Zekei- is het, dat zoolang men aan dezeii
stelrege! vasthoudt, het fokken van een zeer goed paard, zelfe
uit de beste oudeií, tot de zeldzaamhedcn za! behooren. Vraag
niet angstvaUig hoeveel haver moet ik voederen, dodi geef liet
eerste jaar zooveel als ze maar willen eten en bovendien een
goede weide of goed hooi en zorg vei-der voor ruime stallen."
In 1895 schreef de heer VVaghto in Hippos: Zeeland is
op weg zieh een krachtig landbouwpaard te verschaften, in staat
met gemak den zwaren arbeid te verrichten dien de moeilijk te
bewerken bodcm hier aan het pamti stelt. Zeelands nijvere en
stoere bewoners sehrikken niet teing, al hebben zij mi en dan
met tegcnspoed te kampen. De strijd tegen lict woeste eleinent
om te verkrijgen en te behouden wat zij aan eilanden thans
bezitten, heeft hen geleerd te blijven volhouden onder alle
omstandigheden, en hun gansche aard vindt uitdrukking in hun
eigen wapen, de lecuw worstelende tegen de baren met het
opseluift: „Luctor et emergo."
Wo vinden dit inderdaad bewaarheid in hun paardenteelt.
De treurige toestand, waaronder de landbouw te lijden heeft,
tiefende helaas ook zijn invloed uit op deze pro\-incic, doch tlat
was geen beletsel om het oog gevestigd te houden op de vei--
Ijetering van het paard. Dat aanvankelijk gezondigd werd tegen
de ri^ls van rationeele fokkerij cn opvoeding, is helaas een
verschijnsel dat men bijna overa! aantreft, doch waarin wat deze
Provincie betreft, de landbouwniaatschappij en de commissie tot
aanmoediging en verbetering der fokkerij, spoedig verbetering
wisten te brongcn. De i-aadgevingen dezer commissies werden
door de Zeeiiwsche laiidbouwers weiwillend aanvaard, getuige
de raad om vooral Vlaamsche hengsten tot \'crbetering te
gebruiken.
Het Vlaamsche paard hecft indeixlaad voor Zeeland zeer
veel voordeelen. Voor den handel gewild, toont het zieh zeer
geschikt niet allccn tot het trekken van zware vraehten over
straatwegen, inaar blijkt het in slijkerig en drassig land uitstckendc
diensten te bewijzen.
Ondanks zijn zwaarte is ei' van logheid geen sprake,
l>eweegt hot zicii gemakkelljk en kan het een verrassende snelheid
ontwikkelen. Met zekeren krachtigen pas, trekt het den
wagen door het diepe slijk of de zware Waalsche ploeg door de
taaie klei, en vertoont het bij wendlngen een vlughoid, die men
opper\'lakkig bij zulk een paard niet zou zoeken.
In 1895 werd door de afdeeiing Zeeland van het Nederlandsehe
paardcnstamboek, aan de Provinckile Statcn van Zeeland
een adres ingezonden, inhoudende het vcrzoek een verplichte
hengstenkeuring in te voeren.
Adressanten zcggen daarin, dat op grond van opgedane
ei-varing, maar al te vcel gebleken is, het den meesten landbouwera
aan de noodige kennis ontbreekt, om spoedig tot het gewenschte
i-esultaat van doelmatige fokking te komen, en het maar al (e
dikwijls voorkomt dat hengsten worden gebruikt, die door hunnc
erfelijke gebreken een ailemadeellgsten invloed uitoefenen op
hunne afetammelingen, die daardoor nagenoeg waardeloos zijn,
De afdeeiing Zeeland van hot Nederlandsche paardenstamboek,
een der ijverigste afdeelingen van genoemd stamboek,
richtte zieh mede tot de Provinciale Staten, aandringende op
een verplichte hengstenkeuring.
In de veigadering der Provinciale Statcn van (5 November
1896 werd de wenschelijkheid uitgesproken een er verplichte hengstenkeuring,
zonder verbod om de afgekeurde hengsten te gebruiken,
doch met openbare bekendmaking van de gebreken der afgekeurde
dieren.
De uitgesproken wenschelijkheid is na Irortcn tijd wet
geworden, zoodat ook in Zeeland een verplichte provinciale
hengstenkeming plaats had. De keuriiig geschiedde door een
commissie van drie veeartsen, buiten de provincie woonachtig,
op uitsluitend erfelijke gebreken bij reglement genoemd, zonder
verbod van dekking bij afkeuring, De gebreken waarom afkeuring
was gevolgd, werden van wege de provincie in alle gemeenteii
gepubliceerd en de cigenaar kreeg een kaart waarop de redenen
\ an afkeuring waren vermeid. De goedgekeurden werden op den
rechtervoorhoef met een brandijzer gemerkt. Die zieh met de
afkeuring niet vereenigen kon, had gelegenheid cene herkeuring
aan te vragen, doch moest daarvoor / 5 0 störten. Voor deze herkeuring
was een tweede commissie van veeartsen aangewczen.
Deze keuring heeft inderdaad zeer vee! goed gedaan en
zou na eenige jaren ongetwijfeld nog beter resultaten geven. De
financieele steun van het Rijk en der provincie zijn mede de
krachtigste factorcn ter verbetering, en welk gedeelte van Zeeland
men thans bereist overa! zal men naast levendige belangstelling
in de paardenfokkerij, tevens opmerken de groote zucht om spoedig
een zoo goed mogelijk koudbloedig paard te bekomen. Het
wekken dezer belangstelling heeft Zeeland te danken aan de
Zeeuwsclie Maatschappij van Landbouw cn aan de afdeeiing
Zeeland van het Nederlandsche paardcnstamboek, die beiden
daarvoor hulde gebracht moeten worden.
Den a^"" Juli hield de Zeeuwsche Maatschappij van Landbouw
haar jaariijksche tentoonsteìling te Wi.ssekerke. Van die
lentoonstelling werd o. a. in Hippos gezi^d:
.Ofschoon de hier tentoongestelde paarden niet groot waren,
•beschikten zij echter over een enorme breedte cn over machtige
'lijnen, zoodat het geheel den indruk gaf van buitengewone
'kracht Die groote kracht met de omvangrijkc massa en het
•rüstige tempcrament, maakt deze paarden dan ook zoo bijzonder
jgeschikt voor het zwarc werk in de vaak zuchtige klei, cn de
'Zeeuwsche landbouwer zou een d«aling begaan, zoo hij ooit
'andere dan koudbloedige ging fokken.
•Immers alleen deze doen voor hem zonder stoornis en
•met het meeste gemak alle werk, en bovendien zijn zij tegen-
»woordig in den handel zeer gewild, dat wi! zeggen, kunnen