T AUSTRALISCHE PAARD,
den heer White hem versloegen. Men zeide destijds, dat Carbine
niet in conditie was, doch men twistte in Australie al jaren lang
over de kwestie of Carbine of Abercorn het beste paard was.
Dezo laatste liep vijf en dertig rennen en overwon een en twintig
maal, waarbij hij de in Australie toenmaals nooit bereikte som
van 144000 gulden won.
Carbine heeft dit record later geslagen met een som,
dubbel zoo groot. In Australie is de Melbourne Cup de voornaamste
ren en wekt dan 00k de meeste belangstelling, niet alleen
omdat het den grootsten handicap der wereld is, maar ook omdat
het den rijksten ren is. AI wat maar beenen heeft om te loopen,
wordt voor dezen ren geengageerd, en dientengevolge versehenen
in 1889 ook de matadoren Carbine en Abercorn onder de deel-
De handicapper gaf Carbine 2 kilo meer te dragen dan
Abercorn. De stalgenoot van Abercorn, de oude Bravo, had n kiio
minder te dragen dan de driejarige Carbine, en in een reusachtig
veld ward Carbine met éen lengtc gesiagen door dit oude dier.
Deze eervoUe nederlaag herstelde de hengst later op schitterende
wijze, daar hij denzelfden ren onder een ongeloofelijk zwaar gewicht,
tegen dozijnen paarden, speiend won.
Het bloed van Carbine is editer niet nieuw voor Engeland,
want hij is de zoon van Musket Deze Engeische hengst,
die in Engeland maar onder de middelmatige paarden gerekend
wordt, is de hoofdbron der Australische teelt geworden.
Musket is een zoon van Toxophilite, die tot een der meest
onbekende linien van den grooten Touchstone behoorde.
Toxophilite had drie uitstekende zoons, nl Lancastrian,
Bay Archer en Musket Voordat Musket uit Engeland ging,
had hij reeds een zoon, n.l. Petronel, die de vader geworden is
van Gloucestershire,
In Australie heeft Musket een groot aantal hengsten van
eerste klasse voortgebracht. In de eerste plaats Carbine, dan de
voortreffelijke Martini Henry, die reeds in 1889 tot een der beste
vaderpaarden van Australie gerekend werd. Zijn producten kwanien
toen voor het eerst op de baan en wonnen in dat jaar dadelijk
bijna 80000 gulden, terwijl Musket's producten in datzelfdè jaar
meer dàn 240000 gulden wonnen. Hieruit kan men ongeveer
nagaan, hoe reusachtig de sporttoestanden in Australie zijn. Musket
heeft nog meerdere goede kbderen nagelaten, zoo b.v. Dan Godfrey
en Nordenfeldt De laatste werd voor 70000 gulden verkocht.
Het valt dan ook niet te loochenen. dat de teelt van het
goede, edele paard van Australie, geheel en al te danken is aan
het Engeische volbloedpaard. Q.
HET NOORWEEGSCHE PAARD.
oorwegen ncemt onder de paardenfokkende
J, i \ V landen van Europa geen eerste plaats
^ ^ä i f c Ä Ä neemt niet weg, dat men
daar toch een tamelijk goed paard
vindt De sport en voornamelijk de
harddraverssport. die er sedert jaren
her beoefend wordt kan daarentegen onder de goede van Europa
gerangschikt worden.
Noorwegen Vorrat met Zweden, zooals bekend is, het
Skandinavische Schiereiland. De wcsthelft van dit Schiereiland is
een hoog granietplateau, dat oostwaarts in terrassen naar de Botnische
golf daalt. Diepekloven verdeelen het plateau in fjelden (kleinere
plateaux), en deze kloven gaan aan de zeezijde over in smalle, grillig
vertakte golven. die vroeger rivieidalen en mccrbckkens waren,
nu echter declen van de zee uitmaken en fjorden gcnoemd worden.
De warme golfstroom spreidt zieh, aan de west- en noordzijde
van Noonvegen, over het koude ijszeewnter uit, en bereikt
Over de kustbanken de fjorden, waarin Iiet koude water niet
komen kan. Bovendien voeren de westenwinden veel golfstroomwarmte
aan, en deels ook de wannte, die raet den overvloedigen
regen vrij wordt
Zöö ontstaan de zachte winters der Westkust, waar alle
havens openblijven, en paarden en vee in het Zuidcn altijd buitcn
kunnen blijven. Alleen Noord-Zweden heeft een landklimaat De
noordhelft van Noorwegen heeft grootc snceuw- en ijsvelden.
Zeer waarschijnlijk stamt het oorspronkclijkc paardenras in Noorwegen
af van de kleine, mcestal lichtgekleurde of muisgrauwe
paarden van het Fjordras, die nc^ voorkomen in de dalen van
Lindesnaes tot aan Romsdalsfjord.
In den loop der tijden kwamen paarden van deze soort
voor in de vruchtbare gedeelten van het land, zooals in het Gudbrandsdal
en de Mjüsdistrlcten, waar zij meer gunstige levensvoorwaarden
voor hunne ontwikkeling aantrofien en dientengevolge
langzamcrhand beterc vormen kregen en zwaarcler werden.
Geheel oorspronkeüjk zuiver is echter het Fjordras ook
met, \ t het is a de V
den met vreemdc rassen, Zooals Sigv. Petersen mededeelt is het
bewezen, dat een priester, genaamd Anders Münk, van 1722—1737
verschillende Deensche fokpaarden ingevoerd heeft
Een andere geestelijke liet eenige jaren later een hengst
uit de Frederiksboiger stoeterij komen. en ten slotte wordt in
de clironieken van dien tijd nog melding gemaakt van een hengst,
die door de, in 1760, uit Holstein terugkeerende troepen in het
land gebracht werd, en op het landgoed »Sondre Ho vi" een
mooien en goeden stam zou achtergelaten hebben.
Dat Deensche hengsten het oorspronkelijke Gudbrandsdaalsche
ras omgevormd hebben, is buiten twijfel, evenzoo als
dat ook Spaansche hengsten in het begin der negenticnde eeuw
in >Smaalenene" gestationeerd geweest zijn. Zoo is het ook vrij
zeker, dat in Trondjem de nakomelingen van een, in de naburige
Zweedsche provincie Jemtland, gestationeerde Mecklenburgsche
hengst genaamd «Herr Büxt", een bijzonder goeden naam hadden.
In het jaar 1834 importeerde een vereeniging de Engeische
vülbloedhengst »Odin" die van 1834—1838 functioneerde en door
zijn achterkleinkind, yejkle Ba/t/nr, de stam vader geworden is
van een zeer beroemd geworden Noorweegschen paardenstam.
Verder werden geimporteerd : in 1836 de Engeische volblocdhengst
•Lochinvar", in 1856 de Zweedsche stoeterij hengst
.Fernando", in 1859 de Deensche hengst •Baeveren", de uit Zweden
betrokken halfbioed-oastersche hengsten "Selim" en »Mazarin", de
Norfolkera .Rex" en .King Tom" cn een Ardenner.
Bovendien zijn er hier en daar ook merriën van veredelde
rassen in Noorwegen voor de fokkerij ingevoerd.
Dat deze kruisingen niet spoorloos gebleven zijn op het
inlandsche paard is zeer natuurlijk, zoodat dan ook nog op den
huldigen dag het edele bloed terug tc vinden is in het extérieur
van veel paarden in de districten Toten, Gousdal en Stange.
Ondanks deze bloedvermenging, kan men echter niet
zeggen, dat de paarden uit Gudbrandsdal geen zuiver ras meer
verlegenwoordigen, want de kruisingen die dit ras heeft onder-
Vd