HET ZEEUWSCHE PAARD.
mecr geschikt voor het zware werk. Hij liet uit Vlaandercn en
uit Zeeland hengsten naar Schotland brengen. In liet begin der
17* eeuw heeft er in Schotland nogmaals een invoer plaats gehad
van Vlaamsche en Zeeuwsche paarden.
Waarechijnlijk zijn er in de if eeuw ook Zeeuwsche
paarden naar Frankrijk en wel naar Poitou gegaan, daar een
Hollandscb ingénieur aldaar werkzaam was met de verbetering
van den waterafvoer.
Hoe het ook zij, het Zeeuwsche paard schijnt in vroeger
dagen inderdaad een excellent koudbloedig paard geweest te zijn.
Dubbel jammer is het immers daarom, dat men het gaandcwcg
heeft doen degenereeren, waaraan voor een deel wd schuld
zal hebben, de mindere zorg voor paardenteelt in 't algemeen.
Immers toen de landbouwproducten der kleigronden aan
hoogcr prijs verkocht konden worden, toen was er minder zucht
naar het fokken van goed gebouwde paarden. Men was tevreden
als zij het landbouwwerk konden doen en meer vroeg men niet.
De later heiaas intredende malaise in den landbouw, liet ook dit,
voor een groot deel op de zee veroverde land, niet onaangetast,
en de met achteruitgang bedreigde landbouwers zonnen op andere
middelen ter vermeerdering hunner inkomsten. En een inderdaad
goede bron voor verbefering hunner finanden, lag in de teelt
e koudblocdige paard, in de i 1 het j ndustric-streken zoo
•r gevraagd.
In 1888 is de bcvordering e
betering der paarden fokkerij ter band genomcn, door het Hoofdbestuur
der Maatschappij tot bevordering van Landbomv en Vecteelt
in Zeeland, die eene provinciale toelage, en van af 1890 ook
Rijkssubsidie ontving, waaruit kracbtens een door Gedeputeerde
Staten van Zeeland goedgekeurd reglement, premiSn en toelagen
voor fokdieren werden betaald.
Sederi het jaar 1889 worden geregeid premieiceuringen
gehouden, die inderdaad zeer ved goed gedaan hebben, en waarvoor
de Maatschappij van Landbouw niet geno^ dank gezegd
kfin worden.
In het reglement op de keuringen wordt de provincie
Zeeland verdccid in vier keuringsdistricten.
Het eerste distri« omvat de eilanden Schouwen, Duiveland,
Tholon en St Philipsland.
Het tweede strekt zieh uit over Walcheren, Zuid-Beveland
en Noord-Beveland.
Het derde omvat Zeeu\rach-Vlaanderen's westelijk deel, en
het Vierde districi Zeeuwsch-Vlaanderen's oostelijk deel.
Deze verdeeling werd gemaakt met het 00g op de in
meerdere of mindere mate uiteenloopende typen van paarden.
In het eerste kcuringsdistrict worden, wat de taillcbetreft,
de fraaiste paarden gevonden. Over 't algemeen hebben deze een
zeer schoonen bovenbouw en droge beenen, doch men treft er nog
al aan waarvan voorarm en Schenkel beler ontwikkelci konden
zijn, en het pijpbeen niet breed genoeg ¡s. In alle streken van
dit district vindt men paarden, waarvan men bij een doelmatige
kruising uitmuntende luxe- en rijtuigpaarden kan fokken.
Er zijn echter ook een groot aantal paarden waaruit nooit
een luxe- of rijtuigpaard kan worden getrokken, doch die daarom
toch wel degelijk afstammelingen kunnen voortbrengen, die
geschikt zijn voot landbouwwerk en een hooge waarde vertegcnwoordigen,
mits men hiervoor zwaar gebouwde dekhcngsten
bezige. Geen Streek in Zeeland schijnt 't meer noodig te hebben
in twee richtingen te fokken dan juist dit district
De paarden in het tweede keuringsdistrict zijn voor 't
meerendeel veel zwaarder gebouwd. Een gebrek dat er veel
voorkomt is het overbouwd zijn der paarden, waarmede niet zelden
een dooigezakte rüg gepaard gaat Ook treft men er nog veel
paarden aan met lichte beenen en weinig gespierden bovenarm en
Schenkel, tenvijl siechte hoeven niet tot de zeldzaamheden behooren.
De zware romp gedragen door het Uchte beenstelsel geeft aanleiding
tot veel beengebrckcn. Over 't algemeen zijn de bewegingcn
der voorbeenen tamelijk goed. Wcl komen er velen voor die een
weinig inct de voorbeenen maaien, doch er zijn er ook die in
draf vrij wat actis te zien geven, en waarbij de schouders, wat
l'gging en beweging betrcft, inderdaad goed is.
De bewegingen der achtcrbeenen zijn veelal slepend en
dikwijls niet krachtig genoeg-
In het derde district fokt men paarden die inderdaad voor
den landbouw zeer gewenscht zijn. Deze paarden toch hebben
als zware tiekpaarden een hooge waarde, en zijn teveas bij uitstek
geschikt voor het zware landbouwwerk.
Een lange rüg, platte hoeven en te weinig krachtige beweging
zijn gebreken die, Jammer genoeg, nog al voorkonien.
Bovenarm en Schenkel zijn over 't algemeen goed gespiei-d, terwijl
ook het pijpbeen voldoende zwaar is.
In het Vierde keuringsdistrict vindt men, evcn als in het
derde, zwaar gebou\vde paarden, doch waarvan zeer velen geen
droge beenen hriiben, en de hoeven ook nog a! te wenschen laten.
In dit district, even als in het derde. is het oude Zeeiiwsche
type niet meer terug te vinden. De verbetering heeft hier krachtig
ingewerkt, het snoekenhoofd, het afhangencl kruis en het overbouwd
zijn verminderen gelukkig met icder jaar, dank zij de (linke
hengsten uit Henegouwen en Brügge die er voor de voortteling
gebruikt worden.
Daar over 't algemeen de bewegingen der paarden in
Zeeland te wenschen overiieten, werd door de commissie, belast
met de keuring der fokmerrien, in 1890 een aanvang gemaakt
met het meten van het pijpbeen vlak onder de voorknie. Het
resultaat daarvan was:
Tc Zierikzee werden gemeten de pijpen van a hengsten,
waarvan de omtrek 21 cM. groot bleek te zijn, tenvijl de pijpen
van 18 merriän aldaar slechts 20.7 cM- bedroegcn. Te Tholen
bleken 6 merriBn slechts een omvang van 19.6 c.M, te hebben. In
het tweede district hadden 4 hengsten 22,87 cM. en 4 merrisn
20.5 cM- pijp-omtrek. In het derde district hadden 5 hengsten
2J.9 en 4 merrign 22.5 c.M. en in het Vierde district 6 hengsten
23.5 en II merrien 224 cM. pijp-omtrek.
Hieruit blijkt dat de pijpen der paarden in het eerste en
tweede district over 't algemeen te licht zijn.
In het jaar 1892 werden aan prcmifin de navolgende
bedragen uitgeloofd:
r een premic van / 700 en cen van y 500 voor buitenlandsche
fokhengsten, ingevoerd van i Fcbruari 1S91 tot 1 Februari 1892.
2' vier bijdragen ieder van/ loo ter tegemoetkoming in
het onderhoud van dekhengsten.
En voorts voor elk der viei- kcurdistricten:
een eerste prijs van / 2 0 0 en een tweede van / l o o voor
hengsten van minstens 2"/äjarigen leeftijd, en
een vooi-schotpremie van / l o o voor tweejarige hengsten,
alsmede twee prijzen ieder van / 5 0 voor merriSn van <1—5
jarigcn leeflijd
In het vccslag der commissie ter bevordering en tcr aanmocdiging
van de verbetering der paardcnfokkcrij in Zeeland, omtrentdc
keuringen gehouden in de maand Febniari 1893 wordt o. in. gezegd: