HBT BOULONNEESCHE P
aardig door te zeggen: .ils étaient comme des chiens sortis des
hasards de ia nie, par rapport à une race quelconque."
Gelukkiger is men geweest met kruising met Arabische
hengsten, vooral van die welke excelleerden door breede borst
en breed kruis.
De beste resultaten verkreeg men met de lichte Boulonnées,
doch men kreeg toch uit deze verbintenis dieren die veeî
lichter waren dan het oorspronkelijke ras en die alieeo bruikbaar
bleken voor artilleriediensten, maar waarvan den handel niet
gediend was.
Het blijkt, dat ook hier het karakter van koudbloedige
moet behouden blijven, wil men niet, dat het geheele type zieh
omvorrat
Kruisingen in 't algemeen zijn gebenden aan regels, waaraan
men zieh niet onttrekken kan, zonder gevaar voor de gekruiste
rassen en zonder een aantal tegenvallers.
Het Boulonneesche ras is inderdaad een voorbeeld daarvan.
In de tijdperken van zijn geschiedenis heeft het verschillende
kruisingen ondeigaan en nog op den huldigen dag vindt men in
het hoofd, den romp of de gewrichten de onuitwischbare indrukken
van het Vlaamsche en het Ardenner-ras.
Copulatie met de beste Boulonneesche hengsten heeft steeds
de beste resultaten g^even, voor dit wakkere en krachtige ras.
De Staat helpt hierin krachtig mede, deeis door hengsten disponibel
te stellen, deels door het uitloven van premiBn voor de
beste merrien en veulens. Q.
HET HOLSTEINSCHE PAARD.
oistein behoort tot die landen, weike,
voora! in de laatste jaren, beroeind
geworden zijn door hun paardenfokkerij.
Echter van recenten datum is
daarom de paardenteelt in Holstein
niet, want reeds eeuwen geleden had
dit paard naam als koets- en als cavaleriepaard.
Meer juiste berichten omirent dit edele paard dateeren
van af de invoering van het christendora, en de oprichting der
kloosters.
Zooais in andere landen, hadden ook hier de geestelijken
uitgestrekte landerijen in eigendom, waarvoor zij paarden noodig
hadden- Zij stichtten dan ook stoeterijen, en hun kennis der
paarden uit andere landen Steide hen in Staat edele Oostersche
hengsten in te voeren. Deze hengsten hebben waarschijnlijk zeer
gunstig gewerkt op den vorm, en op het temperamcnt van het
inlandsche paard.
Het in U35 door ridder Heinrich von Barmstedt in de
Haseldorfer Marsch gestichtte klooster Uefcsen, had in het begin
der 14= eeuw een stoeterij, die inderdaad hoogst voortreffelijke
paarden leverde.
Dat ook de Holsteinsche landheeren in de middeleeuwen
er een marsstal niet een stoeterij op nahielden, valt niet te botwijfelen.
Zoo is het bekend, dat onder de regeering van koning
Christiaan I (1466—1481) Wittof het ambt van Landsslalmccster
in Holstein bekleedde.
Van beiangrijken invloed op de paardenfolckerij was de
reformatie, daar deze de opheffing der kloosters tcn gevolge had,
welke in hoofdzaak aan de Kroon vervielen, Met het fokmateriaal .
der kloosters stiduten de Koningen nu stoeterijen, en dreven de
paardenteelt met ijver en zaakkennis, wat ten gevolge had, dat het
inlandsche paard in körten tijd beroemd werd over geheel Europa.
Het duurde niet lang of de adel en de ridders volgden
het voorbeeld des Konings, en begonnen <
loggen op het fokken van paarden.
De paardenteelt kreeg hierdoor een zeer groote uitbreiding,
en bracht als 't ware van zelf mede, dat de uitvoer van paarden
steeds grooter en giooter werd. Op allerlei wijzen moedigden de
Koningen het paardenfokken aan, zij verkochten en schonken
zeer veel paarden, tenvijl zij voor hun onderdancn doelmatige
verordeningen voor de fokkerij vooreclireven.
Over 't algemeen werden er destijds groote, sterke, veredeldc
rij- en koetspaarden gefokt. Hertog Christiaan August
schrijft. dat Philips II, Koning van Spanje, zieh van Holsteinsche
paarden bediend heeft om het beroemde rijpaarden-ras te fokken,
t hij in zijn stoeterij te Cordova er op nahield, en dat eeuwenlang
beroemd geweest is om zijn kracht
In Juli 1785 werden er premien
ingesteld. Deze bestonden in gouden e
waarde van 50 en 100 Rdchsthaler voo
en 20 R.th, voor de zilvercn. De goudei
werd jaarlijks toegekend aan dien boei
markten te Flensburg en te Itzehoe den
fraaiheid
looT de beste hengsten
zilveren médaillés, ter
de gouden, en van 10
médaillé van too Rth.
welke op de paardenbesten,
op zijn boerderij
gefokten, hengst, van 4—6 jaar, presenteerde,
Later werden niet op twee, maar op zes markten, n.1. te
Lügumkloster, Bredstedt, Schleswig, Qiplef, Itzehoe en Plön, deze
koninklijke premiSn uitgeloofd.
Uit de ouderc literatuur over de Holsteinsche paardenteelt
is vooral vermeldenswaard een in het •StaatsbOrgeriiche
Magazin" van het jaar 1822 versehenen brief van den Etatraad
Professor Niemann te Kiel. Hij zegt o. a:
Heinrich Rantzau roemt de welvaart der inwoners door
hunne paardenfoUkcrij. Savari rangschikt Holstein vooraan onder
de landen die Duitschland, Frankrijk en Italit van paarden voorzagen.
De Graaf van Veltheim noemt Holstein een der landen
waarult de Fransche cavalerie, vooral de zware, ten allen tijde
het grootst aantal van hare benoodigde paarden haalde.
In het jaar 1797 werden er meer dan 10000 paarden uit
SIeeswijk-Holstein uitgevoerd, waarvan de waarde per stuk
ongeveer 100 Thaler was.