DE CAN/VDEËSCHE PAARDEN.
een groot aantal wagens, daar er 6en noodig is voor icdcr punt
van bestemming der kudden.
ledere wagen wordt toevertrouwd aan een Cowboy, genaam
.Rep", aan wicn toege%-oegd worden een kok, twee pikeurs
en twintig of dertig ruiters.
Jeder ruiter moet voor zijn eigen rekening zoi^n voor
uitrusting, kleeding, iianiachcment, bcddegoed enz. De fokker
in Wiens dienst hij is, geeft hem 6 ä lo paarden, waarvan er
minstcns 2 of 3 nooit of siechts een enkde maal bereden zijn.
Het aantal paarden to^evoegd aan iederen ruiter, komt overeen
met het aantal dat hij moe makcn kan gedurende zijn werk. Zoo
is iedere wagen vergezeld van 130 ä 200 rijpaarden.
Gedurende den marsch van dete karavaan is een strenge
tucht hoog noodig. en men kan gerust zeggen, dat deze bij de
Cowboys cven streng is als bij een leger te velde lederen morgen
te 3 uur is de kok present en bereidt het ontbijt op het kampvuur.
Zoodra het licht aan den hemel komt, verzamelt de nachtwaker
de paarden en schreeuwt zoo hard hij kan -Horses in the Corral".
Op dit signaal, Staat iedere Cowboy op. Het ontbijt wordt vlug
gebruikt, de dckens opgerold en in de wagens geborgen, de
paarden getuigd en gezadeld, en de ruiters zijn gereed zieh op
reis te b^even. Dat alles geschiedt niet een bewonderenswaardige
vlugheid.
De chef van het transport zegt op 't oogenblik van vertrek
aan den conducteur der wagens, welk gedeelte van het terrein
gedurende dien dag zal worden bewerkt en waar de samenkomst
zai zijn. Vervolgens verdeelt hij zijn Cowboys in twee of drie
escouades. Het oogenblik van vertrek kenmerkt zieh gewoonlijk
door het verzet van eenige paarden, daar deze eerst dan rüstig
zijn als zij doordrongen zijn van den vasten zit en den moed
der Cowboys- De meest fantastische en gekste bokkesprongen
maakt het paard om zieh van zijn berijder te ontdoen, doch na
eenigen tijd geefl het dier het op, daar het er niet in slaagt zijn
ruiter er af te werpen.
De reisroute moet met zorg gekozen worden, want bij
iedere halte moet hout en water aanwezig zijn om den maaltijd
te kunnen bereiden, die tegen t^vaalf uur gereed moet zijn. Dan
keeren de ruiters terug met het vee dat zij gedurende den morgen
hebben kunnen verzamelen.
Na den maaltijd zadelt men frissche paarden en ^-ertrekt
weir ora hetzelfde program als des morgens uit te voercn. Twee
ä vier man büjfl nu bestemd om het vee bijeen te houden, dat
des morgens opgehaald is.
Tegen den ondergang van de zon, moeten alle ruiters
teruggekeerd zijn. Nu moet ook het vee bijeen gehouden worden,
dat des middags verzameld is. Voor dit doel worden door den
chef acht man gekozen om in vier gedeelten de wacht te betrekken.
De twee eersten gaan te paard en voegen zieh bij de
troep, de zes anderen zadelen hun paarden en bevestigen zeaan
een paal^e vlak bij het kamp, en rollen zieh in hun dekens en
leggen zieh neer tot hun beurt van waken daar is.
Het spreekt van zelf, dat bij deze expedities de Cowboys
vee verzamelen, toebehoorende aan verschillende eigenaars, AI de
runderen zijn met een brandmerk geteekend, verschillend voor
ieder eigenaar.
Indien de kleine karavaan de weide \'an een boerderij
bereikt, waarvoor zij het vee verzameld hebben, moet het oudere
vee gescheidcn worden van het jonge, om deze laatste ook te
kunnen brand merken.
Men begint met den troep bijeen te drijven tot een compacte
massa, een zoo groot mogelijk aantal ruiters omsingelt den
troep om ze op de plaats bijeen te houden, ter\vijl de weideeigenaren,
wier vee uitgezocht moet worden, en eenige der beste
Cowboys zieh binnen den troep begeven en ieder dier, dat het
gezochte merk dra^t, opvangen.
Bij dit werk komt de slimheid \'an het gedresseerde paard
der Cowbovs schitterend aan den dag. Zoodra het paard, dat
midden tusschen de verschrikte beesten is, bemerkt heeft. welk
rund zijn ruiter uit den troep wenscht te scheiden, vervolgt hij
dat rund zonder vordere aanwijzing. Hij draait naar rechts, dan
weer naar links, soms zoo snel draaiende, dat het dikwijls de
handigste ruiters afwerpt, steeds het rund ^'ervolgende tot aan
den grens der kudde. Dit werk, het uitzoeken der runderen is
zeer gevaarlijk en kost versclieidene paarden, en zelfs menige
Cowboy loopt er kwetsuren bij op.
De bronco is inderdaad een uitstekend paard en kan zoowei
als rij- als voor rijtuigpaard gebruikt worden, Het heeft een
goeden bouw, een vlotten gang en is zcldzaam van iiitboudingsvermogen.
Wat de robe der Canadeesche paarden betreft, vindt men
er vrijwel alle kleuren vert^nwoordigd, doch bruin in zijn verschillende
nuances, treft men het meest aan.
Een keuring der hengsten bestaat in Canada niet, in enkele
districten onderwerpt men echter de volbloedhengsten aan eenige
keuring.
Daar men de paarden, behalve in de bebouwde streken,
gedurende den tijd dat de oogst te velde is, vrij laat rondloopen
in de natuurweiden die niets kosten, is de opvoeding en daardoor
de productie in het algemeen spo^oedkoop en kunnen de Canadeesche
fokkers daardoor gemakkeiijk de concurrentiestrijd met
Europeesche fokkers aanbinden. Zelfe ondanks het dure transport
en de verliezen die daarmee gepaard gaan, verdient de Canadeesche
fokker geld, door paarden naar Europa te zenden.
In de laatste jaren hebben \ve dan ook raeer dan genoeg
kennis kunnen makcn met die transporten, en al komen er zeer
weinig eerste klasse luxe-paarden bij, het mcerendeel zijn toch
Werkel ijk goede dienstpaanlen.
Q.
HET ALGIERSCHE PAARD.
Igiers is met Tunis een der schoonstc
koloniJin van Frankrijk. Men verdeelt
liet in drie hoofdsti-eken, n.l. de '/W/.
de steppen of hoogvluklen en de
Tiioeslijit of Sahara.
De Teil is een bebouwde Streek,
die zieh uitstrekt van af de Middellandsche Zee tot aan de hoog-
\'laktcn, die de Sahara voorafgaan. Zij omvat:
10 de Sa/iel, het heuvelland aan de kust, waar de Europeaan
den iniander verdrongen, de wijndruif en granencultuur gevestigd
heeft, ter vervanging der mastikboomen of kleine palmen.
j« de vtakten (van Perregaux, van Mascara enz.) met
overvloedige weiden en kreupelbossclien.
30 de bergen, gevormd door een keten van den Atlas.
De steppen of hoogvlakten zijn weilanden raet zoute
raeren. Men vindt er weinig variatie in de flora, doch er zijn
talrijkc boomen ai bijzondere en geurige giassen. Zij zijn de
meest uitgestrckte foksti-ekcn, die men kent.
De IVuestijii of Aigicrsche Sahara is een Streek in hooldzaak
bestaande uit zandvlakten, bezaaid met oasen, uitgedrot^d
door een brandende zon en een vcrstikkenden siroccowind.
Algiers is de bakermot v.in dat paard. dal bekend Is onder
den naani van Barbarijsch ras, en dat zoo vaak beschouwd woixlt
te zijn de stamgenoot van het Arabische ras.
Sanson maakt er een afzonderlijk ras van, het z.g. Afrikaansche
ras, met slechls vijf lendewervels, en dit zou sedert
overoude tijden gekruist zijn met het Aziatischc ras, gewoonlijk
genocmd Syrische, naar een zijner beste varieteiten.
De provincie Constantine of het oude Numidii.', is het
rijkst nan paarden. De voornaamste fokcentra in de drie departemcnten
zijn gelegen op de hoc^vlakten. De fokkerij is daar bijna
uitsluitend in banden der Inländers.
De Aigicrsche paarden waren vroeger zeer gerenommeerd.
Zc liebben het Arabisch paard tot den koning der woestijn
gcniaaUt, cn hebben bijgedragen tot den roem en de welvaart der
Barbaren, De oude Volkeren beschouwden ze als de beste krijgspaarden,
en sedert de expedities van l-lannibal in Italie, heeft
men hun exccptioncele qualiteiten zeer geroemd. De lichte Fransche
cavalerie, bereden met Arabische paarden, heeft zieh roem
verworven in de Krim, in Italie, Marocco, Mexico enz.
Omirent de origine van het Afrikaansche paard bestaan
verschillende meeningen, cn de phantasic der Oosterschc volken
had liier vrij spei.
: traditio ; i het afetammen \
het Arabische of liever van het Aziatische (Syrische, Perzische)
paard, en dit van de 5 merrien van Mahomed, welke de stoeterijen
van Salomon of de stallen van de Keizerin van Saba van paarden
voorzagen.
Maar het Aziatische paard en het Barbarijsche zijn twee
vei-schillendo typen, ofschoon ze veci gelijkenis hebben, en de
historische kritiek schijnt te bewijzen, dat de geboorteplaats van
de eerste niet in Arabie geweest is, terwijl de tweede in NubiK
of Mongolie ontstaan schijnt Het laatste is het oude paard der
Numideers, wiens energie, soberheid, makheid en kracht zoo herhaaldelijk
geprezen zijn door Strabo, Graüus Faliscus, Heroditus
enz.
Het Aziatische en Afrikaansche paard zijn sedert overoude
tijden met elkaar gekruist en dit verklaart de gemeenschappelijke
origine, zooals hen die door de Muzelmansche traditio wordt
toegeschrevcn.
Het Barbarijsche paard is echter altijd het paard van het
Noorden van Afrika gebleven (van Nubie, Egypte, Tripolis,
Tunis, Algiers, Marocco). Vandaar heeft het zieh verspreid naar
Turkijc cn Griekenland, naar het Zuidcn van Italic, naar 't Zuiden
van Rusland tot zelfs in China en Japan. Ook naar het Westen
vond het verbreiding, n.l. naar Andalusio en met de Saracenen
naar het Zuiden van Frankrijk.
De goede naam der Syrische paarden was oorzaak, dat
ze ten allen tijdc gebruikt zijn om de Barbarijsche paarden te
vcrbeleren cn daardoor zijn deze laatste eigenlijk kruisingspro