.oorspronkelijke type terugkrijgen, Dat goede ras heeft zooveel
•kruisingen ondergaan, tlat het in een geheel veranderden vorm is
»geraakt Men heeft zooveel Hengsten van aile rassen geprobeerd
>om dit ras grooter te krijgen, terwiji men betei had gedaan,
"door eenvoudig te verbeteren wat men bezat
•Eerst heeft men zijn toevlucht genomen tot het voibloed-
•paard en den Anglo-Normand, die, zeide men, hen taQIe zouden
>geven, en men heeft gekregen 'des chevaux décousiii'. paarden
•met de voorhand van den volbloed, en met een zware en grove
»achterhand, hoogbeenige spillebeenen, paarden met de romp van
»de moeder en de dunne beenen van den vader, 'Sorte de barri-
'que porM far quatre faibles piquets". Dergelijke paarden kondcn
•geen duurzaam weerstandsvermogen hebben, hun prikkelbaarheid,
>hiin gegeven door het bloed kon slechts dienen om hun sUjt^e
•te verhaasten.
•Van het eene uiterste naar het andere gaande, heeft men
.als reproducteuren de zwaarste Boulonneesche hengsten en de
.?Avaarste Belgische hengsten genomen- Toch was hierdoor een
ivooruitgang te bespeuren, maar de paringen werden siecht ge-
»leid Aan een kleine merrie gaf men een hengst, die meer op
•een hippopotanius geleek, dan op een hengst. Copulaties tusschen
•dergelijke uitcrsten moesten natuurlijk weinig harmonieuse pio-
•ducten geven.
»Nu b^rijpt men de zaak beter. men geeft de voorkeur
•aan hengsten uit het Ardenner ras zelf, evenals aan de goede
•Belgische Ardenners. Men gebruikt ook de Percheron, voorna-
•melijk in de omstreken van Rethel, Vouziers, Monthois, Machault,
•Cernay, Baranoeurt, Witry-les-Reims, Sâinte-Ménéhould enz."
De heer Beaudelache zegt omirent de fokkerij van Ardennen :
•Men moet zooveei als mogelijk is dekhengsten van het
•Ardenner type nemen, en alleen die merrien voor fokmerrien
•uitkiezen, die goed gebouwd zijn.
•De ovcrerving, schept niets, haar roi is enkel eigenschap-
>pen over te brengen. 'tlle transmet aux dcsceut/aiits tout ce qui
'Opparlieiit aux ascendants" zij doet niet alleen overgaan de
•vormen, de qualiteiten, de gebreken, de goede en slechte intel-
-lectueele eigenschappen, maar ook de verkregcu eigenschappen.
»Deze eigenschap van transmissie is niet beperkt tôt de
»vader en moeder, maar klimt op tôt minder of meer verwijderde
•voorouders.
•Men moet daarom zeer streng zijn bij de keuze der ouder-
•dieren, want alleen hierdoor bereikt men, wat men bereiken
•moet, n.l. een verbetering van het paard in ieder opzicht.
Ook wat het Ardenner paard betreft kunnen wij eindigen
met de woorden van Sanson: 'Les principaux facteurs de la
production chevaline sont dans ¡'ordre de kw importance : le
coffre rf avoire, papa et maman."
QHET
HONGAARSCHE PAARD.
; liefde voor paarden is, evenals voor
duizend jaren, nog op den huidigcn
dag ecn karakteristiekc trek in het
karakter der Hongaren. Na den
t j Arabier, is er gcen volk te noemen,
Y'-.-y y Hongaren evenaart
p " X Immera de beroemde passie
\'oor paarden der Engeischen Li van
sein liucrcii iij<i, t;n zoniicr uvcrdrijving kan men zeggen, dat de
paardenteelt in Hongarije een der oudste van Europa is.
Het Oostenrijk-l-longaarsche Rijk is, wat de paardenfokkerij
betreft, verdecld in verschillende fokdistricten.
Het cerstc fokdistrict omvat de aan Beneden-Oostenrijk en
Stiermarken gi-enzende landstreken, zoomede de Hongaarsche
Alpenstreken. Hier wordt op goede weiden een zwaar trekpaard,
deels zuiver Pinzgaucr, deels van gemengcle afstamming gefokt.
Het tweede fokdistrict bestaat uit de weidenrijke gedeclten
aan het zuidelijk en noordelijk deel van het Bakonyer woud, cn
uit de, eveneens van voortrelTelijke weiden voorziene omgeving
van het Balatonmccr.
Hier worden hoogedele, fraaie cn iiitcrat geschikte paarden
gefokt van het rij- en lichte koetsslag.
Dezc Streek, die zieh uitstrekt over de Komitaten Somogy.
Feher, Tolna en Veszprom. ten deele ook over de Komiuiten
Koniiirom cn Esztergom, neemt engetwijfeld onder alle fokdistricten
de cerste plaats in.
Het derde fokdistrict bestaat in hoofdzaak uit de bergstrekcn
der Karpathen, der Komitaten Arva, Szepes en Marmaros,
doch ook de door de Transylvanischc Alpen iloortrokken Komitaten
Br.'isso, Hunyad en Krass6 behooren hiertoe.
De in deze Streek gefoktc paarden onderacheiden zieh
kenmerkend van de producten der op de krach tige Alpen weiden
gefokte soort. Het harde klimaat der Karpathen, veroorlooft geen
ontwikkeling in de hoogte en breedte, waarom de, bovendien
ellendig opgefokte, bergkleppers van die Streek, slcchts moeilijk
de voor den trckdienst benoodigde lichaamsvorming bereiken.
Toch verdienen de door de Hongaarsche en Rumeensche
bewonei-s der Transylvanischc Alpenstreken gefokte paarden nog
altijd de voorkeur boven die, welke in de Slavische dorpen der
noordelijke Karpathen het levenslicht zien.
Het Vierde fokdistrict omvat het deels heuvelige, deels
vlakke Zevenburgen met het bekken van den Maros en Küküllü.
Door de voortrefielijke weiden fokt men hier een hoog veredeld
paard, een zeer goed remontepaard voor het leger. Behalve dezc
soort fokt Zevenburgen ook kleinere, onvcrmoeide trekpaarden.
Het vijfde fokdistrict is het grootste van allen, want het
bestaat uit het reusachtige veld, de zoogenaamde Nedcr-Hongaarsche
laagvlaktc, Alföld gcnaamd, die in vier onderdeelen
veitieeld wordt, n.l.:
1'. De op den linkeroever van den TheLss, noordelijk van
den MAros gelegen laagvlakte, op wier vnichtbare weiden een
zwaar paard geteeld wordt
2'. De zandige Streek die zieh uitstrekt vanaf de grens
van het Koniita.it Arad, westelijk en oostelijk van den Theiss en
van den voet van het Miitra-gcbergte tot aan het tusschen Donau
en Theiss gelegen Komitaat Bäcs.
Hier fokt men een licht, voor het leger bijzondcr geschikt
i-ijpa;ud. Men vindt hier ook nog talnjke meer of minder gedegcnereerde
e.xcmpkren van het oude Hongaarsche landras. Tot
dezc Streek behooren de Komitaten Bih.'ir, Hajdu, Szabolcs, Borsod.
Heves, Nögriid, Pest en een deei van het Komitaat Szatmär.
3". De zuidelijke, tusschcn de Theiss en de Donau gelegen
Streek, die het groote terrein van het Komitaat Bäcs-Bodrogh
om\'at en ondank-s zijn zandigen bodem zeer vruchtbaar is. Hier
worden talrijke rij- cn koetspaairlcn van middelmatige grootte
gefokt, die zoowel door de handelaren als door de rcmonte<ommissiän
gekocht worden.
Het Banaat met de Komitaten Temes en Torontal,
waar Duitsche Kolonisten, een groot, ietwat lymphatisch paard
fokken.