volbloedmeme en brengt die bij een Norfolkhengst, òf men brengt
een kleinen volbloedhengst bij een Welsh, lersche of andere
pony-meme.
In leder gevai doet men altijd het best van éen zijde volbloed
er bij te hebben. Polopony's vooral moeten zeer goede
schouders hebben, daar zij anders voor hun werk niet geschikt zijn,
Dat in Engeland ook pony's aan rennen deelnemen, is
zeer zcker een bekende zaak, maar dat er b-v. in 'tjaar 1889
niet minder dan 499 pony's voor rennen ingeschreven waren is
wellicht niet zoo bckcnd. Volgens de »Pony and Galloway Racing
Calendar" namen in 1887 285 pony's en in 1888, 695 pony's aan
rennen deel. De hoogte was als volgt: 48 waren hoc^ L53 M.,
57 - i-so M., 87 - 148 M. en 58 — 145 M. Dit waren allen
zoogenaamde Galloways. De overige Pon/s hadden een hoogte
van 1-43 M, — 140 M. • 1.38 M. — 1.35 M. — 132 M. en 23
waren nog lager,
Het meerendeel der ren-pon/s is ongeveer 1.43 M, Wat
den leeftijd betreft, blijkt uit den ¡calender, dat de ö-jarige leeftijd
de overhand heeft, Opvallend is hot, dat het grootste aantal renponn/
s merrien zijn. Naar de afstamming moesten zij als volgt
gerangschikt worden.
¡2$ waren zuiver volbloed, 88 van vaders zijde afsfammende
van volbloed en 8 van Arabische vaders, terwijl van de
andere 278 de afstamming onbekeiid was.
Onder de hengsten, wier pony-afstammelingen de mceste
Overwinningen behaalden, neemt de volbloedhengst Wisdom de
eerste plaats in. Ook de volbloedhengsten Beaudesert, Mr. Winkle,
Favo, Eduard the Confessor, Sefton, Altyre en Peter hebben
onder de winnende pony's afstammelingen. Blijlcbaar oefent dus
ook het volbloed een machtigen invloed uit op de edele pony's,
en ZOO kan men dan ook tegenwoordig de poIo-pony als een
volbloed in 't klein beschouwen.
Van de FRANSCHE pony's moet in de eerete plaats genoemd
worden, die welke voorkomt in het dcpartement des Landes en
het Zuidelijk gedeelte van het département de la Gironde. De
centra van productie dezer ponysoort zijn Rivière, Saubusse,
Saint-Geours en Saint-VincenL Men noemt deze soort in Frankrijk
eenvoudig »LES LAKDAIS". Volgens Sanson zou deze ponysoort
afstammen van een Aziatisch ras. De taille van deze pony
varieert tegenwoordig van 1.20 M. tot 140 M-. ja ze'is tot 145 M.
Het hoofd is klein en plat, het 00g levendig en duidt intelligentie
aan. De vroegere pony's hadden een veel grover hoofd.
Nog altijd kenmerken zij zieh door hoekige vormen, ofschoon
ook daarin verbetering komt en men ig pony thans uitblinkt
door soliede ledem.iten.
Feitelijk zou men ze als halfwilde paarden kunnen beschouwen,
daar zij steeds gedurende het gansche jaar buiten zijn.
Het is dan ook -en pleine liberté," in de weiden, dat de acte
van reproductie plaats heeft, doorgaans door tweejarige hengstveulcns.
En het is eveneens -en plein air", dat, althans zeer dikwijls,
de merrien werpen.
In den zomer, als de zon te veci brandt, vluchten zij
naar de dennenbosschen, die de weiden omgrenzen. Deze weiden,
zijn dikwijis niet veel meer dan een soort van moeras, waar de
dieren somtijds tot aan den buik in het water slaan, en zij het
hoofd er geheel en al in moeten steken om de planten te grijpen
die er in groeien.
Het is zeker niets vreemds, dat deze dieren op die wijze
alle eigenschappen behouden, eigen aan een wilden Staat, en vrije
copulatie, maar dan ook alle inconvenienten cn gebreken er van
hebben. Hun haar is ruw, doch hun weerstandsvermogen groot
Op deze wijze te fokken is zcker niet moeilijk, en de
kosten der veulens kunnen niet groot zijn, ja zij hebben tot op
het oogenblik, dat zij gevangen worden zoo goed als niets gekost
Onder den invloed van een voedzaam, zelfe vaak overvloedig
régime kan men ze spoedig omvormen tot goede dienstdoeners,
die inderdaad op den huidigen dag zeer gezocht zijn
en voor tamelijk hooge prijzen verkocht worden.
Naar andere plaatsen gebracht, en aidaar gewend gemaakt
aan werk, beginnen zij te groeien en blijken geschikt te zijn,
zelfs voor zwaren arbeid.
Ofschoon doorgaans levende ver vcrwijderd van den mensch,
gewent deze pony zieh spoedig aan de beschavende omgeving
van den mensch. Met zachtheid, kan men hem doen begrijpen
wat men wil, ruwheid daarentegen, maakt hem weerspannig.
Hij heeft een zacht karakter, maar schrikt gauw, hij is vlug,
sober, levendig, dapper en biedt weôrstand aan arbeid en vermoeienissen.
Zeldzaam is hij behept met beengebrcken of met galien,
het zijn inderdaad zeer sterke dieren.
In enkcle arrondissementen tracht men deze robuste soort
te verbeteren en voomamelijk is het het arrondissement Dax, dat
hieraan nog het meeste doet. Ongelukkigerwijze stuit n 1 ook
hier op allerlei vooroordeelen en op de ceuwige routinesleur.
Een andere Fransche pony is die welke op het eiland
Corsica voorkomt, en dan ook CORSICAANSCIIE pony genoemd wordt
Het eiland Corsica waar deze pony tehuis behoort, is een
bergachtige streck met een groot aantal ongezonde moerassen,
die men tegenwoordig tracht droog te maken. In de dalen aan
den voet der heuvels vindt men eenige natuur- en kunstweiden.
Het meerendeel der paarden leeft ook hier in volkomen vrijheid,
in bijna ondoordringbare wouden, die voor drievijfde gedeelte
het gansche eiland bedekken. Het voedsel, dat die paarden daar
vinden is, vooral in den winter, maar zeer schraal, vaak uitsluitend
bestaande uit dünne takken. Een vertroetelde stalpony kan
men daarom niet zeggen dat deze pony is.
De Corsicaansche pony heeft een lief hoofd, een goed
gevormdcn hals, goede schouders, krachtigen rüg, rond kruls, hoog
ingeplanten staart, fijne, maar zeer sterke ledematen en gczonde
hoeven, zoodat men van hem zeggen kan, dat hij een fraai
extérieur heeft. De Corsicaansche boer is niet alleen trotsch op
zijn pony's om dat fraaie voorkomen, maar ook omdat de vraag
naar deze pony's nog al groot is, en ze hem dus een aardigen
duit opbrengen.
Zij worden op 2 à 3-jarigen leeftijd gevangen, voor werk
geoefend en dan verkocht Men schat, dat er op Corsica ongeveer
23000 pony's zouden zijn. Hij is niet hooger dan 1.20 M., sober
en dapper, hccft een groot weerstandsvermogen en is levendig
van temperament
Hij is het product van de gemengde overblijfsels van het
oude ras eigen aan het eiland, gekruist met dieren van verschil-
Icnde orìgine, die hoofdzakelijk van uit Sardinie geïmporteerd
zijn. Met de bedoeling de taille grooter te maken, heeft men
kruisingen beproefd met Arabische en Engeische hengsten, die
echter weinig resultaat gegeven hebben.
De twee hoofdarmen der Rhone omgrenzen bij hun uitmonding
in zee een eiland, dat genoemd wordt i/c de la
Camargue. Op dit eiland leven sedert overoude tijden een aantal
halfwilde paarden. Deze paarden gelijken veel op de zoogenaamde
Landais, maar hebben doorgaans een meer compacteren