WERKPAARD.
voldoendc rond, de rug recht, lict kniis goed gevormd en de
staart goed ingeplant Manen en raaantop lang. De harén zijn
des wintere langer dan des zomers. De robe varieert zeer; vos,
liuhtbruin, muiskleur enz. De taille is van L33 tot 1,51 M. Het
zijn sterke paarden met vee! wecrstandsvermogen en een zacht,
leerMam karakter. Eerst in den laatsten üjd begint men de goede
eigenschappen van het Jmoudspaard te apprecieeren. De pogingen
r de prinsen Oguinskis tot verbetering v i het
ras, door niet zorg gekozen dekhengsten t
gelukkig geweest en hebben beste resultalen in betrekkelijk körten
tijd gegeven. Men heeft sterker paarden gekregen, fraaier van
vorm en niet alleen geschikt voor het boerenwerk, maar ook voor
rijtuigdiensten.
Men verkoopt de Jmoudspaarden op de markten der districlen
van de provincie Kovno en onder deze zijn de voomaamste
die van Yanichki (district Chavli), Rossienni, Ciikoudi, Pikeli en
Chileli, alle drie in liet district Rossienni.
Wat nu betrcft de paarden die in Rusland algemeen
¿»«/•«¿paarden genoemd worden, deze behooren voor het meerendeel
tot de liierboven bcschreven koudbloedige rassen. Doorgaans
is het een mengelmoes van de ergste soort, die alleen dit onderling
gemeen hebben, dat zij door boeren gefokt en gebruikt worden.
Allen stammen af, 't zij von vroegeren, of lateren datum van
Steppenpaarden. Deze omvorming van Steppenpaarden in koudbloedigen
bestaat in Rusland sedert onheugelijke tijdcn, uitgaande
altijd van het Oosten, dat is van den kant van Siberiä.
In gewone tijden gaat dit langzaam, maar na heerachende
ziekte of grooti ir de dieren bij duizenden
omkomen, körnen de Steppenpaarden bij groote troepen tegelijk
in de Russische velden, om dadelijk trek- en karpaarden te worden.
Zoo is na den hongersnood van 1891 het Russische Gouvernement
verplicht geweest om voor de boeren meerdere duizende
Kiighizische paarden aan te koopen.
De levenswijze der boerenpaarden verschilt niet zooveel
met die hunner makkers in de steppen. Voor zoo verre er gras
np de weide is, voeden zij zieh in hoofdzaak met versch gras.
Maar daar de boeren doorgaans veel minder weiden hebben dan
de Notnadische volksstammen en hun weiden 00k minder goed
zijn, ZOO is de voeding van hun paarden in den zomer 00k
minder overvloedig en slechter dan die der Steppenpaarden. Wel
is waar zijn de boerenpaarden gedurende den winter niet verplicht
om gras onder de sneeuw te zoeken, maar toch bestaat
hun wintervoedsel dikwijls alleen uit stroo, vaak reeds verrot In
't algemeen zijn de boerenpaarden van af hun jeugd gewend
honger, koude en allerlei eilende te verdragen,
Wordt de boer rijker, dan worden tegelijkertijd zijn paarden
ook fraaier, zij worden dikker, breeder en iiooger, alleen door den
invioed van een betere voeding en een beetje meer zorg,
En indien de boeren voor hun fokkerij gebniik maken
van grootere hengstcn uit de dekstations of uit particulière of
keizerlijke stoeterijen, produceeren zij verbeterde paarden. die
bekend zijn onder den naam van 'Loniovicksr
QHET
RUSSISCHE HALFBLOEDPAARD.
'e de millioenen Steppenpaarden, bezit
Rusland op den huldigen dag een groot
aantal zeer goede halfbioedpaarden.
Het aan weiden zoo rijke Rusland
heeft voor de paarden fokkerij altijd
groote voordeelen aangeboden. Sedert
onheugelijke üjden hebben de Russen,
|| m>if .-icythen genoemd werden, zieh met
paaraenteeh onledig gehouden. De toenmalige fokkerij was zonder
twijfel geheel en al primitief, gelijk aan die bij de Nomadische
Kirghizen.
De Kirghizische steppen strekken zieh uit ten Noord-
Oosten van de Caspische Zee, tusschen den 55en en 43en graad
noorderbreedte. Zij omvatten een deci van de pi-ovincie Orcnburg,
de provincien Oeral, Tui^ai, Akmolin, Semipalatinsk en Semiretchinsk.
Op die enorme iiitgeslrektlieid van 1,962.000 vierkante
werst (2.232.736 vierk. kilomcter) wonen meer dan twee millioen
Door gebrek aan water en aan bosschen, door de zanderigheid
van den bodem en de aanwezigheid van een groot aantal
zoutpoelen, zijn er op deze enorme uitgestrekfheid van 218 millioen
hectaren, betrekkelijk weinig plaatsen die geschikt zijn voor een
geregelde cultuur.
De Kirghizische steppen zijn, om 200 te zeggen, voorbeschikt
voor de teelt van in het wild levende dieren. Er zijn
ook maar weinig Kirghizen die vaste woningen hebben en zieh
met landbouw bezighoudcn. waarmede zij trouwens eerst sedert
körten tljd begonnen zijn, n.l. sedert Kozakken en Russische
boeren zieh in hunne omgeving gevestigd hebben. Het gros van
het Kirghizische volk is Nomadisch gebleven met halfwilde zeden.
Ell ook zij die een vaste woonplaats gekozen hebben, zijn nog
geen vaste bewoncrs, daar zij in hunne woningen (siechte hutten)
slechts gedurende den winter verblijven, doch gedurende de rest
van het jaar met hunne kudden rondtrckken,
Zij ondcrscheiden zieh van htm Nomadische stamgenooten
door zieh niet ; 3nmgen t. verwij deren.
Van Russische kolonisten Iiebben zij geleerd wat 1
zorg voor hun dieren te hebben en ze gedurende den winter met
wat hooi, ofschoon zelden in voldoende hoevcelheid aanwezig, te
onderhouden, evenals om ze des wintere een schuilplaats legen
het siechte weer te bezorgen.
De gevestigde Kirghizen telen, behalve paarden en Schapen,
ook runderen, maar geen kameelen, daar zij deze voor hunne
kleine tochten niet noodig hebben.
De Nomadische Kirghizen houden zieh uitsluitend bezig
met het fokken van vee en vertegenwoordigen de meest karakteristieke
type van zwervende halfwilde Nomaden, die In dezen
tijd bestaan. De Kirghizen trekken door de steppen van af het
begin van de lente tot laat in den herfst, en zel/s gedurende
den winter blijven zij niet op dezelfde plaats.
Voor woning gebruiken zij een soort vilten tenten, door
hen -MibMas" genoemd. Wanneer het noodig is zijn deze tenten
spoedig opgerold en op de 'aröas" (wagens met massieve Wielen
uit één stuk hout vervaardigd) geladen, die door kameelen
getrokken worden.
In den regel fokken de Nomadische Kirghizen geen r^inderen,
maar behalve paarden en Schapen hebben zij kameelen die
zij ook als lastdiercn gebruiken, akmede om hun 'arbas" te
transportecren,
Evenals de Nomadische Kirghiz de représentant is van de
Nomadische type, zoo is zijn paard het meest typisch product
van de teelt van halfwilde paarden. Het Kirghizische paard is
wel is waar geen fraaie verschijnlng, maar liet kenmerkt zieh
door zijn kracht, vlugheid en door zijn buitengewoon weerstandsvermogen
voor honger en vermoeienls. Meerdere dagen achtereen
kan het zonder voedsel blijven, en legt gemakkelijk afstanden
van 70 à 100 werst (73 à loö kilometer) in één dag aC per uur
8 à 10 werst (S-'i t. lo'/i kilometer) tot 12 ü rj werst (13 à lö
kilometer) makende. Het verdraagt ieder kliniaat en kan dienst
doen als rijpaard en als tuigpaard. De ontberingen cn harde