markt; de groeiende belangstelling daarvoor is te danken aan
den landbouwvoorlichtingsdienst, welks ambtenaren er door hunne
adviezen toe bijdragen, de waarde van de producten te verhoogen.
Hetzelfde is het geval met de Inlandsche cultures. De klapperboom,
welks teelt nog grootendeels in Inlandsche handen is,
levert de coprah, de gedroogde kern van de kokosnoot, waaruit
op groote schaal olie wordt bereid. De klappercultuur draagt
dan ook in Sterke mate bij tot de volkswelvaart in de kuststreken.
De zg. kampongthee is afkomstig van door de bevolking geplante
heesters en wordt door de theefabrieken opgekocht om
met de van haar eigen tuinen geleverde soorten tot een geschikt
exportmiddel te worden verwerkt. De Inlandsche koffiecultuur is
op Java van weinig, op Sumatra van des te meer beteekenis; die
van tabak is in de Padangsche Bovenlanden, in Oost-Java en
insommige streken van Selebes niet onbeteekenend; wel gaathet
product van buiten Java slechts voor een zeer klein deel naar
Europa, maar voor de locale markt is zij van groot belang.
Ter vervollediging van dit körte overzicht mögen nog vermeld
worden de cultures van peper, kapok, kaneel, gambir, cacao,
pinangnooten en ten slotte van de vroeger zeer loonende mus-
kaatnoten; hoewel deze cultuur in de Molukken in Europeesche
handen is, is zij thans nog slechts van weinig beteekenis.
Veeteelt in den eigenlijken zin van het woord wordt door de
Inheemsche bevolking nergens beoefend. In die streken, waar
günstige bodem- en klimaatsinvloeden medewerkten, vond men
vroeger vrij goede soorten runderen en paarden, doch deze
gingen als gevolg van den uitvoer van de beste exemplaren
voortdurend achteruit. Regeeringsingrijpen was noodig om den
vee- en paardenstapel te behoeden voor algeheele uitputting.
Goed fokvee werd ingevoerd uit Holland (Friesland), Britsch-
Indie en Australie en in die streken geplaatst, waar günstige
omstandigheden beloofden er toe mede te werken, de fokkerij te
doen slagen,
Hieraan is het te danken, dat Nederlandsch-Indie thans een
kern bezit van voor slacht-, melk- en trekvee geschikte beesten;
de teelt daarvan heeft voornamelijk plaats op de eilanden Bali,
Soemba en Soembawa; door kruising met dit uitgezochte vee is
men in Staat, het geheele Inheemsche ras te verbeteren en op
peil te houden. Op Soemba en Soembawa (Sandelhout) vindt
men ook goede paarden, welke met die van de Bataklanden op
een lijn kunnen gesteld worden. Met voorlichting van Regeerings-
wege worden uit die soorten goede gebruikspaarden gekweekt
door middel van selectie en kruising.
Zeevisscherij wordt längs vrijwel alle kusten van den Archipel
uitgeoefend, doch overal op primitieve Inlandsche wijze.
Zij voorziet dan ook slechts in plaatselijke behoefte, behalve
in het visscherijcentrum Bagan Si Api-Api ter Oostkust van Sumatra,
waar een Chineesch concern een groot exportbedrijf van
gedroogde visch heeft gesticht. Pogingen om Westersche
methodes in te voeren hebben tot nu toe gefaald.
Een voor Indie typische vorm van vischteelt is die in vijvers
aan het Strand bij Batavia, Soerabaja, Bangkalan (Madoera) en
in Atjeh en in zoetwatervijvers o f op sawah’s. Deze laatste
vindt men vooral in de Preanger-Regentschappen.
Daar visch het belangrijkste dierlijk voedsel is voor den een-
voudigen Inlander, worden herhaalde pogingen aangewend om
aan deze cultuur allerwege uitbreiding te geven.
advice, the officials of this department increasing the value of
the products by their councel.
The same applies to the native cultures. The coconut cultivation,
which is largely in the hands o f the natives, supplies
the coprah, the dried kernel o f the coco-nut, from which oil is
manufactured on a large scale. The coco-nut culture contributes
largely to the prosperity o f the populations in the coastal
districts.
The socalled kampong-tea is derived from tea-shrubs planted
by the native population and bought by the tea factories and
manufactured, together with the tea o f the estate, into an article
fit for exportation. The native coffee culture is o f little importance
in Java, but all the more in Sumatra; that o f tobacco is not
insignificant in the Padang Highlands, in the East of Java, and
in some districts o f Selebes.
The tobacco grown in the districts outside Java only reaches
Europe for a very small part, but for the local market it is
not without importance.
T o somewhat complete this short review the culture of pepper,
kapok, cinnamon, gambir, cocoa, pinang-nuts, and lastly the
formerly very lucrative nutmeg-culture may be mentioned, although
the latter is in European hands as far as the Moluccas
are concerned, and at present only o f little importance.
Cattle rearing is, in the real sense o f the word, not engaged in
by the native population. In those districts where the spif. and
the climate are favourable, formerly fairly good cattle and horses
were found, but owing to the continual export o f the best
animals the breed gradually deteriorated. Government intervention
became necessary in order to save the cattle and horse
stocks. Superior stocks were imported from Holland (Friesland),
British-India, and Australia, and taken to favourable districts
promising successful results. T o these measures it is due that the
Netherlands East-Indies possess at present a nucleus o f cattle
suitable for slaughtering-, dairy-and drawing-purposes. The breeding
is principally engaged in at Bali, Sumba and Sumbawa;
through crossbreeding with this selected cattle it is possible to
improve the native kinds o f cattle. At Sumba and Sumbawa
(Sandelhout) also superior horses are found which may be considered
equally good as those o f the Battak lands. Through
selection and crossbreeding superior horses are bred with the
assistance o f the Government.
Fishing is engaged in pretty well all along the coasts of
the Archipelago, but everywhere with primitive native methods.
It therefore only provides for local needs, with exception of
the fishing centre Bagan Si Api-Api on the east-coast o f Sumatra,
where a Chinese concern has organized a large exportbusiness
in dried fish. Endeavours to introduce European methods have
failed up to the present. A typical Indian method o f cultivating
fish is represented by the ponds along the seashore near Batavia,
Surabaja, Bangkalan (Madura) and in Atjeh, and the freshwater
ponds or the sawahs. The latter are more specially found in
the Preanger-Regencies.
As fish constitutes the most important animal food o f the
primitive native, endeavours are repeatedly made to extend this
industry generally.
220. Een door den dienst der Irrigatie aangelegde bevloeiingsleiding; op den achtergrond een aquaduct, op den
voorgrond een stuw met duiker.
220. Irrigation channel constructed by the Irrigation Service; in the distance an aquaduct and in the foreground a
dam and drain.
221. Een door het bestuur in Z. Bone (Selebes) aangelegd
irrigatiewerk.
221. Irrigation work constructed by the authorities o f S. Bone
(Selebes).
222. Waterschepraderen, zooals deze door de bevolking worden
aangebracht, ter bevloeiing van de op een hoogen rivieroever
gelegen bouwvelden.
222. Waterwheels as constructed by the natives to provide water
for fields situated on the high banks o f the river.