HOOFDSTUK I.
Historische Inleiding*
CHAPTER L
Historical Introduction*
14 Augustus 1597. W e i mochten dien dag van de torens van
Amsterdam de klokken beieren, om luide uiting te geven aan de
vreugde, welke allerwege heerschte over den terugkeer van de
eerste vloot naar Indie. Het was een gebeuren van verstrekken-
den aard, immers de Hollanders hadden -voor het eerst den
zeeweg naar Oost-Indie op eigen kompas bevaren; het eskader
had zijn opdracht volvoerd en nog wel met een succes, waar-
van niemand had durven droomen zelfs.
Het had heel veel hoofdbrekens en zware offers gekost, om
deze onderneming op touw te zetten. Maar de prikkel, welke er
toe dreef, was dan ook wel een zeer sterke geweest. Had niet
de koning van Spanje de havens van Portugal voor de Hol-
landsche schepen gesloten en werden daardoor de Nederlandsche
vrachtvaarders niet in hun bestaan bedreigd? Welnu, men zou
toonen niet afhankelijk te zijn van andere Volkeren, waar het
gold het scheppen van een eigen handel in de reeds onontbeer-
üjk geworden koloniale artikelen. D e vijand zelf verschafte
ongevraagd de gegevens, aan de hand waarvan Ds Petrus
Plancius de zeekaart vervaardigde, welke tot gids moest dienen.
En dan was daar jan Huygen van Linschoten, die met de Por-
tugeezen reeds in Indie was geweest, wiens inlichtingen den
plannenmakers de kans van slagen duidelijker en duidelijker voor
oogen tooverde. Het kapitahl, bijna 300.000 gulden, een onge-
hoorde som voor die dagen, werd gevonden; vier schepen
konden daarmede worden uitgerust. En het voornaamste, men
vond ook de 250 dapperen, die noodig waren om de schepen
te bemannen en den tocht te leiden. Cornelis de Houtman, reeds
eenigermate bekend met Indie door zijn langdurig verblijf in
Portugal, voerde het bevel over dat eskadertje van waaghalzerige
avonturiers. O f een zwaar verantwoordelijkheidsgevoel hem zal
hebben gedrukt? Ach, men leefde immers in een tijd, waarin
alles, wat begeerenswaard was, slechts na harden strijd werd
verkregen. Men dacht er niet aan, een plan op te geven, ook
al wist men van te voren, dat er bergen van bezwaren zouden
moeten worden verzet. D e reisbeschrijvingen uit die dagen
geven een duidelijk beeid van de ontzettende, niet voorziene
moeilijkheden, waarvoor men kwam te staan en diep treft ons
de eenvoud van woord, waarmede het uit den weg nemen van
al die hinderpalen wordt beschreven. Z o o zullen de mannen,
die in April 1595 van de reede van Texel wegsteveriden, het
onbekend'e' tegemoet, eerder bezield zijn geweest met vasten wil
tot slagen dan met ängstige vrees voor de vele gevaren, aan
den tocht verbonden. En aan dien vasten wil moet het dan
ook worden toegeschreven, dat de onderneming met zulk een
ongedacht succes werd bekroond. In April 1595 uitgezeild,
bereikte het eskader den öden Juni van het volgend jaar het eiland
Engano aan de westkust van Sumatra en den 22sten van die
maand liet het de ankers vallen voor Banten. D e vloot verbleef
ongeveer 9 maanden in den Archipel en eerst in Februari
1597 wendde zij den Steven weder naar het vaderland. Slechts
94 mannen met drie van de vier uitgezonden schepen zagen
de vaderlandsche kust weder. Zwaar was dus het offer geweest,
doch wat golden in dien tijd de enkele menschenlevens, waar
de leiders met zulk een schat van gegevens terugkeerden ?
De zeeweg naar Indie was nu gevonden; Indie, zoo was
uitgemaakt, lag open voor ieder, die met moed en energie bezield,
lijf en goed dorst te wagen om denzelfden weg te gaan als de
August 14th. 1597. W e ll might the bells in all the towers of
Amsterdam be ringing, giving utterance as they did to the joy
that reigned everywhere, on account o f the return o f the first
fleet from the East Indian Archipelago.
. It was an ’ event o f the most far reaching importance; for the
Dutch had on this occasion, for the first time navigated the sea
route to the East Indies on their own ships, and were now
returning after an absence o f more than two years. The fleet
had fulfilled its charge with a success o f which no-one had even
dared to dream.
This expedition had only been arranged after much toil and
sacrifice, but then the incitement had certainly been proportionately
great. Had not the King o f Spain closed the Portuguese
harbours to the Dutch, thereby menacing the very
existence o f the Dutch mercantile navy? This, then, was the
time to demonstrate their independence o f other nations by
creating their own commercial relations in the colonial articles,
which were already becoming indispensible. The enemy himself
furnished the information unasked, by which Petrus Plancius drew
up a chart and there was also Jan Huygen van Linschoten, who
had already been in India with the Portuguese and whose reports
shewed clearly to the schemers their big chance o f success.
The capital, nearly 300.000 guilders, an enormous sum in
those days, was got together, by which it was possible to fit
out four ships; and most important o f all 250 gallant men were
also found to man the ships. Cornelis de Houtman, who had
a certain acquaintance with India owing to his long stay in
Portugal, commanded this band o f reckless adventurers; a responsibility
not to be judged too lightly. But those were the
days when anything worth having could only be got by hard
fighting, and any fresh struggle was accepted with joy and
. energy. There was, in those days, no thought o f dropping a
project, even though it was known in advance, that mountains
had to be moved in order to attain it.
Th e descriptions o f voyages in those days give one a clear
idea o f the dreadful and unanticipated obstacles met with by
the travellers and one is deeply impressed with the simple language
used in the description o f the manner in which these
obstacles were surmounted.
So w e may be sure, that the men, sailing from the roads of
Texel in April 1595, to unknown lands, were inspired more
with the firm will- to succeed, than with fear for the dangers
and risks o f the enterprise; to this strong will the success of
the expedition can be entirely ascribed.
The squadron sailed in April 1595, and reached the island of
Engano on the westcoast o f Sumatra in June 1596, dropping
its anchors in the bay o f Banten on the 22nd o f that month.
Here, and in other places, the travellers made trading agreements,
in spite o f the Portuguese, who had already been established
there for a long time. The fleet stayed for nearly nine months in
the Archipelago and did not turn homewards before February 1597.
Only 94 men, with three o f the four ships, again beheld the
coast o f their country. The sacrifice had thus been very great,
but what was the value o f the lives o f a few men in those
days, when the leaders returned with such valuable reports?
The sea-route to India had now been found, India was stated
to be open to whosoever ventured to risk life and property by