EENIGE w o o r d e n t a n d e n b a r o n
BERZ E L I U S ,
OTER BE OPHEFFING TAN SCANDINAVIE’S RE ST BOTEN DE T LAKT E
DER OMEIGGENDE ZEE EN OTER
AFSEIJPINGEN EN KXOTEN IN DESZEEFS BERGEN.
Daar ik nu vooreenige oogenblikken uwe opmerkzaamheid,
M. H. H .! zoek te bepalen bij de opheffing der Scan-
dinaTische kust boven de opperTlakte der aangrenzende
z e e , en op de afslijpingen Tan Scandinavie’s b erg en , —
onderwerpen, waarmede zieh thans de geologische on-
derzoekingen in alle landen bezig houden, - zoo heb
ik daarbij ten oogmerk, diegenen Tan onze medeleden,
welke gewesten bewonen, waar dit Terschijnsel of niet
of slechts onduidelijk zieh Tertoont, de gelegenheid
te herinneren tot beTestiging ran deze gesteldheid, die
door de naaste omstreek der stad of door plaatsen , welke
op de terugreis kunnen bezocht worden, aangeboden
wordt.
Dat de zeevlakte op menige plaatsen bare boogte in
betrekking tot de stranden Terandert, is eene overoude
waarneming. Velen onder ons herinneren zieh hier wcl-
ligt de woorden van ot i di ds :
Vidi ego , quod fuerat olim solidissima te llu s ,
Esse fretum , vidi factas ex aequore terras.
Maar on z e , uit de oudere geschiedenis ontleende bewij-
zen hiervoor, betreffen de kusten Tan de Middellandsche
Zee, rijk aan vulkanische gewesten en dikwerf bezocht
door aardbevingen, door welke hetzelfde strand nu eens
nederzonk, dan weder opgeheven werd boTen de zee-
Tlakte. De opheffing der Scandinavische kust is een
verschynsel van grootscher aard en langzamer, maar
Toortdurend. De langzaamheid Tan het verschijnsel ont-
trekt het aan de opmerkzaamheid, die juist daardoor er
eerst laat op gevestigd werd. Wat onze voorvaders daar-
omtrent waarnamen, werd nooit opgeteekend en ging
voor hunne nakornelingen Terloren, tot dat in het begin
der vorige eeuw dit verschijnsel het onderzoek werd van
geleerden, welke hunne ervaring en hunne beschouwin-
gen daarover in druk nalieten. Zeker is in geen land
deze vraag zoo ze e r , zoo algemeen en zoo ijverig b e -
handeld geworden als in Zweden, in die ma te, dat zij
een onderwerp uilmaakte der overwegingen van den Rijks-
dag en wij een protokol der Rijksstanden van 1747
hebben, dat de zaak van allen grond ontbloot is.
De in zoo vele opzigten befaamde E ma n u e l S ve-
d e n b o r g is de e e r ste , die in een gedrukt geschrifl
de opmerkzaamheid op deze verheffing der Zweedsche
kust bepaalde. Hij gaf in 1779 een klein geschrift uit
over de vorige hoogte des waters en over den vloed
en de eh der voorwereld. In eene opdragt aaii den K.o-
n in g , wenschthij hemgeluk over een land te heerschen,
hetwelk zieh steeds ten koste der zee uitbreidt.
Onder de bewijzen, dat eene zee in groote beweging
Zweden overstroomd heeft, rekenthij onze heuvelen (asar),
welker algemeene rigting van het noorden naar het zui