afgebrand, waren ook de schorsen der lindenbooraen
verkoold, hoezeer de boomen zelven inet frissche bladeren
prijkten. Längs de binnen -A ls te r voortgaande,
kwam ik in de fraaije wandelingen rondom de stad,
met rozen en jasmijnen versierd. Hier trok een gedenk-
teekeu , uit graniet opgerigt, mijne aandacht. Het op-
schrift vermeldde, dat het aan de nagedachtenis van
j o h a h g e o r g e B U S C H door zijne dankbare medebur-
gers was opgerigt. Zijn bronzen borstbeeld in profiel was
op de voorzijde van deze granietzuil geplaatst. B u s c h
was een Hoogleeraar in de Wiskunde aan het Gymnasium
van H am b u rg , die door zgne groote kennis in geschie-
denis, in het bijzonder des handels en in de theorie van
den handel zelven, uitmuntte, en vooral door eene han-
delschool te Hamburg te stichten (1767) zijnen stadge-
nooten groote dienst bewezen heeft. Hij overleed in 1800.
Ik kon mg in Hamburg niet langer ophouden, wan-
neer ik op den bepaalden tijd te Stokholm wilde zijn.
’s Avonds nam ik plaats in den Deenschen postwagen naar
Kiel. Deze diligence, met goede paarden bespannen,
heeft twee banken, elke van drie plaatsen. Zij waren
alle beze l, en ik had het ongeluk mijne plaats te vinden
op het midden der voorbank. Kon ik daardoor weinig
slapen, zoo had ik des te meer gelegenheid , bg de
lange schemering en den körten zomernacht, veel uit
den wagen te zien. De weg is goed bestraat en grooten-
deels vlak. Buiten A lto n a ziet men weilanden als in
H olland; het geheele land heeft aldaar een Hollandsch
voorkomen. Digter bg Kie l wordt de landstreek meer
heuvelig, zandachtig, met gerolde steenen; hier groeit
rogge en boekweit; hier en daar ziet men fraai geboomte;
men is niet meer in de provincie H olland, maar in Gelderland
of Overijssel, doch het blijft een vaderlandsch
landschap.
Men legt den afstand van Hamburg naar Kiel in lien
uren af. Ik kwam in de laatstgemelde plaats des morgens
ten v ijfu re a an . Het was daar ongelukkigjaarmarkt, en
al de logemenlen waren vol van Holsteinsche goedbezil-
ters. In de S ta d t L ü b e c k , zoo heette een der logementen,
was geen plaats meer dan onder het dak ; ook was het
uiterlijk aanzion van dit G a sth o f niet innemend ; minder
nog was dit het geval met de S ta d t Koppenhagen1),- boven
deze twee steden verkoos ik dus de S ta d t Hamburg,
waar ik echter evenzeer met eene hooge bovenkamer voor
lief moest nemen en alles vrij middelmatig vond., behalve
de rekening.i
Te K ie l had ik nog eenen bekende in den regterlij-
ken ambtenaarBoiE, broeder van den bekenden reiziger,
die in onze Oostindische bezittingen als slagtofler van
zijnen ijver voor de wetenschap gestorven is. Natuurlijk
wachtte ik ’s morgens niet la n g , met dezen wakkeren en
bëschaafden man op te zoeken. Ik vond hem rondom
omgeven met zgne opgezette vogels , die, in kleine kastjes
geschikt, de wanden van zijn woonvertrek versierden.
Hij bragtmij naar k l a u s h a rm s , dien beroemden A r ch i-
diaconus, wiens gaven als populairen, krachtigen en
vurigen gewijden redenaar ook b o i e , hoezeer anders
in denkwijze van hem verschillende, ten hoogste prees.
Waarlijk aantrekkelijk was zijn onderhoud, naïf en vol
humor, waarbij echter de sprongen van het eene op het
andere onderwerp verbazend waren. Zoo vroeg hij mg ,
bgkans in één’ adem, of de Zoologen nuhetonderscheid
reeds gevonden hadden , ’t geen l i n h a e u s nietgeweten
h a d , tusschen den mensch en de apen en hoe het in
Holland met de orthodoxie gesteld was ! Bg dit gesprek
wandelde hij steeds, met eene geweldig lange Duitsche
pgp in de h an d , de kamer op en neder. Eene andere
kennismaking, die ik mede aan den Heer b o i e te danken
1) Gelijk ik later vernam, is echte r dit Gasthof zeer goed.