had , was die van den ouden Hoogleeraar en Staatsraad
p f a f f . Deze bejaarde physicus en chemist is thans bij-
kans b lin d , maar hij wil het zichzelven verbergen, en
toen ik naast hem zat en hij zijne groote levendige oogen
bij het gesprek op mij vestigde, terwijl een bewegelijk
spei zijner trekken al de nuances der gedachten en ge-
waarwordingen volgde, had ik zelf moeite om te geloo-
ven , dat die heldere, opgewekle man het gezigt bijkans
geheel verloren had. Met deelneming vroeg hij naar
vroegere bekenden uit H o lla n d , die echter bijkans allen
reeds gestorven waren. Een portret van c u v i e r , van
omstreeks bet jaar 1798 , waarop c u v i e r zelfzijn’ naam
geschreven had en daaronder a, son am i p f a f f , hing,
met dat van k i e e m e i j e r en nog eenige andere vrien-
d en , aan den wand. In het laatst der vorige eeuw, toen
beiden nog jong waren, hadden p f a f f en c u v i e r in
eene levendige briefvvisseling gestaan; beider vriendschap
was aan de Carlsschule te S tu ttg a rd t, waar zij gelijktijdig
gevormd waren, ontstaan. P f a f f gaf mij de lijstderuni-
versiteitslessen voor het tegenwoordige zomersemester 1).
De Universiteit van Kiel werd in het jaar 1665 door
den Hertog C h r i s t i a n a e b r e c h t van Holstein ge-
sticht. Zij is eene der kleinste Duitsche Universiteiten
en telt thans naauwelijks driehonderd Studenten. Men
scheen te K ie l over ’t geheel te meenen, datdeDeensche
regering de Hoogeschool te Koppenhagen te veel ten
nadeele van die van K ie l begunstigde. Het getal docen-
ten is echter grooter dan bij ons zelfs aan de eerste en
oudste vaderlandschehoogeschool, namelijk drie-en-veer-
tig. Hiervan zijn in de godgeleerde faculteit vier gewone
en een buitengewone Hoogleeraars; in de regtsgeleerde
faculteit drie gewone, twee buitengewone Hoogleeraren
en vier Privaatdocenten; in de geneeskundige, vier ge-
1) Zie hier a ch te r, Bijlage A.
wone, drie buitengewone Hoogleeraren en drie Privaatdocenten;
in de wijsgeerige (de wiskundige wetenschap-
pen, de letteren, de geschiedenis en de bespiegelende
wijsbegeerte) zes gewone , drie buitengewone Hoogleeraren
en zeven Privaatdocenten. Drie Lectoren eindelijk
onderwijzen de Deensche, Zweedsche, Fransche en En-
gelsche talen. Men heeft in den laatsten tijd bij ons veel
over verbetering van het hooger onderwijs gesproken.
Onder a l, wat men in dat onderwijs in onsland, gedeel-
telijk ten onregte, berispt heeft, komt mij geen klagt
gegronder voor, dan die over het te gering aantal van
docenten. Yelen vormen zieh van akademisch onderwijs
zeer verkeerde begrippen, en meenen, dat het genoeg
is , wanneer men door lectuur zieh zoo veel van een vak
heeft eigen gemaakt, om de gronden daarvan te kunnen
onderwijzen; daardoor hoopt men vakken opeen en ver-
trouwt ze aan e6nen enkelen ter behandeling to e , waar-
door hij volstrekt verhinderd wordt in eene of andere
wetenschap boven het middelmatige zieh te verheffen.
Men meene n ie t, dat door dezen ruimeren omvang van
onderwijs eenzijdigheid wordt vborgekomen; integendeel
kan daardoor eigenwaan ontstaan en eene zelfgenoeg-
zaamheid , waarbij men zieh beroemt, tien of twintigjaren
lang dezelfde gevoelens te verdedigen en van de oude
leer niet af te wijken. Gij houdt mij toch niet voor een’
verachter van het oude? Ik vind mijn gevoelen over oud
en nieuw in de woorden van m a l p i g h i u s kort en dui-
delijk uitgedrukt : Non haereas annova velvetera s in t,
sed an naturae consonent prudentius quaeras.
Het universiteitsgebouw is onaanzienlijk. Digt daarbij
ligt het slot, aan de haven der stad. In dit slot is de
bibliotheek geplaatst, die ik onder geleide van den Bi-
bliothecaris, Prof. r a t j e n , bezocht. Deze geleerde, die
de letterkundige geschiedenis der regtswetenschap on-
derwijst, toonde zieh met grooten ijver voor deinrigting