dOQD zijne, meerdere j||< p é . In vqpiïi en beyvejsmgm diaderl hij ? ó p ^ 4 yi^g(;n^
vangers^Jfiusjcicasia^ al^etlfiK-za&ger»' \hkulatoodvtu.igacn fook^uri&zo^derïlin<*eft
PW| P | aB8^en ^dKjUüidajflo z,mg jbejiiinei t^ n>‘üet' geland ïïeifa^vkuJ.e ^ n p kt'
beschouwd ,r.l'' t 1" >" *4 ‘" v >n \ \ ■ I i, V i u /m_i il^K’’^ . min I
een w eW n a^
‘ « J^ |ï5 ^ p -iff&l ent^Qok ,jfrJaopnaaifl"v naibfiidüjfl oacRfffiten*4-1 tM idfli/idehik ian
•ïjkd 1 L'|l J 1 "i|M i\' 'in 4i- l' ^ V 1' 111 le iM-e^nd Btfflhjdl al- rMèkh'
■ -Jfllel(,:Jek(proc-iet,^ . ^ ^ ^ ^ \ i r lt hi]^sxuiep^OL
. ^n^cherp ^/t,e/-/ew”f,^dc tlaabte^ ^ jg ^ eènid/Ji^ ^lViffori n lëci^g(n;o^f \Vat
j7yn ,z in_ b In /> ^ ; ilj hm n /.. i ï-'^ui; -„ul^ iki il, I ml. _. i- jii-.ll’ iriin^
^mikli I.HJI1 ü;- ,|iu 11,1 J .;!'.!( ii'*UkLi'>' 1 l1’" I ' IM ïh nu
zijn. ^ le^Q b jeo^ h ^ d e^ hoikent het jonrmjftldïijk .;
, 'icdeiTyn.^^^^jVji #in licL~.hnzi.l van (t;en Iuip.tfveifflüigt ^jvïgtd^g'élllieid^ liee.&Qrfi.;
4ande]mgeruv n;^^&i;t%n.. t.e ■ mak u* den |a n^t$ ,in R( t -(ndn 1 lu& ln ^ h ^B
kent- , 0j^de^èn:;H oh|kuj / anSfaSnnrt ninalen a.ehmrll?
^hpbben^^ülel .we zijn liedje^,zrkfSjwidelijk,'M^lhjk
' frdikjl'iiu ‘P‘d*r<. rfJl,K Jn§, J<'< di^.i^ ^ t 'kcX H V
ka irt-kif trilt i> k-Uf ihftUljsyk^ c h n k , :^ rterl< titlK ,k >jg£'i{l(l7u dok
Jio^iItoptu, welke In l,d i i i d c l i j ü i , j ^ b n a R v a n ' l e l
gpheele yjgdenhooi, do» t .opdersdgMdeii, ï-Mrrt
/ - ti , Ihiibij knul. i i j I^iV^; d . iiijii l gj_ li 11 n $ l u a i,’ uii \T \
’ xnaU^e^lj.jpüdtr dm zang wqnfen, gemengd, b,?^ n a b o a j C j H b g e d r u i - ,
d^dgjEenden mebd(\ vlei^ds innkcrw^h^zpqgmd irndt wk k jN a q p j^ ’vantljpl
gekraak -yanu_ n ^ iv ?^k en , jjjjjg a n ^ r s ^ e e r s ;
lokaliteit, die d ^ z ^g e ji-b ew o o n t Ook l&tj^qkgeluid \un4;
Meezen neemtJhijjn zijn zang op; sójhsY'öok 1 jooL-l hij \(a4 ^
4§n ,-^fele^aal het- gekras"0 m ,denr Gaai duidelijk na
v.^sehillende geluiden .^^en^tefids, ^netyd^'|axig^/elju aanepfigeschakeld ''en%ie,t
;#,QnderU|k^qr^ebra|t, "zqp als djt^vapjJe Amerikaansche.Spotlij^teÈ ( ^ . muX ^
isopgemèrkt. ~
Jonge mannetjes .zjngen reeds _jeni|e Weken- nadat zij -jdif^èn kunnen ep, lang
^#ï$at zij yan hier wegtrekken. Ik heh dikwijl^ ^ ^elb^hagem g a a ^ m een
jeugdig koor^ geluistp^d,- Als h0 warijt^wederi is . en. de kleine muziekanten tpndgp
hetlpdf verscholen zitten,, kan men ^ ;'/óorzigtig\n,adpi|^n;7 doch^^.opden waar;-.
•^ë idw'i.n li i'dnmiddd!h|k’tjoor1 het naderend gevaar, en dan stuiven zij als
iMiïffin*uijny 1 ka^i' anahd^denhrrwf'cp'\iel in het oog..
Kersendief vöeMwelt; ''mbWinBêeten en beziën. Zeer kleine insecten of in-
p?Tlhn^jei^Mr^^l^|]n,isnrhter ^u^t’ en dit is’dan opk de reden, waarom hij eerst
Wm ‘laat bjji-dns ^aankfeirnjps irnno'èpiv »gêni-,den,tijd, waarop hij in onze tuinen ver-
>Pïïi;iit, 7iin.Shli^rmseM^mfe:^uródt_- en menigvuldig, en zoo vindt hij dan zijn
> l-i I r i h I i I* iV| iiTn ri 'I i \ ii diegen en mnggén maken zijn hoofd-
uit; ffijfVangt m el 'vhfjgeudeLVnft c^tureïin db'vlugt„4 maar pikt ook de rijpe
bevit ii /en b< libndig ’mftSiij uul/ig JraJ-elp'eh' de -bladeren w'e^,; niet minder gaarne
bijtHd'u|^Hj{iyeVlbui'(^n‘-s^t|iiketodan.doet liiij -/icb' terdege te goed aan de sappige
viuilit y\auvantlhi| het'iWtyJ^ht/po \ei, wegpikl, dat' allëéh de^teen ^verblijft;
vandaar (Wb1 men. lienf^m vele strekenl.ni'eflplle«:Kersendief, maar ook Kersenpluk
ei »Jioeint
‘-,1 üVten kan. hbinilïevangen’diaMdèp'.'iiloöl'Wlib veieiscbt veel zorg.en oplettend^
'heidi, ’<yai het «een bifzotiilii '/wakke -vogel iis^|0udt#evkngenep hébben vooral
ffeene zo; gv iddige; Bèhancfeling^i^ipchg'i, teriv,r)l të’.jöhgè voorwerpen zelden langer
(laiitteenige.jïweken ié h©t>'leye®hhjfennê'a-gësehiitae tijdstippen om ,ze te vangen
k)|n die ,wnd’i op zij bi| ^robkonu n en die w%nop‘,zijj:nns:-weder 'Verlatgn. Daar
zij ^/éetUMiiieimvsgn iage ,vogeKi /ïjn^ien .ekianeiab,ov‘eii -veel - g-evoe'k vpor muziek ,
vrioraljvóqfiide.rfoonen ólei,-;(ljht', aam €én dag legge'n^ikan' men hen-«zeer gemak-
kt’hjk uit hunne,;v-rbuijboeMèhvn-aiar lijmstokken lokken, door eenige toonen van
B i., zang fluitende- na te hootseni Zij vdjgten dan dikwijls, den-ippler of fluiter
nén;fheel pinï .weegsent coiieekten’ in- parken ^ïidiergaarden itcekken Steeds hunne
aandacht SS| tegenwoordigheid. Ik .ihébi-.hen .dikwijls'iyerebhalkt, door eenige met
tijmtakjes voorziene stokken djjhmeehigén ,-afstand ..van de: .dagelijks door hen
bezochte hoornen te plaatsen.en dan jdobr;te fluiten' hunne opmerkzaamheid gaande
■te 'Smaken; alras Wolgde .dan de zanger mij tot-aan den laateten^of deii .digtst bij
dé’ 'lijmstokken, geplaatsten booin; en nu , achten deze stokken in een heester
svBihorgenj Inkte ite den" zanger ook ©p -de.ilijmstokjes. --haMq ideed ik het op nog
tgondti^giSF-i Nabij' Rottendam;- op eene ^buitenplaats, hoorde ik véle dezer
vogels in -de -heesters,'en' een hunner plukte herhaaldelijk de vrachten -van een aal-
bessènbooim, dim zeer . digt bijrihebvvieiïstei: der tuinierswiöning stond. Toevallig zat
ik daar yaofjyiièt raam, dn 'kwam op'hel! idee,t orn in het voor dat venster aanwezige
~bloemhek eenige lijmhoutjes te beveiligen en den zang van den vogel na