I DE WHARRELAAR.
GOfi^CIAS ‘GARRULA.
Waai om'men -'d o z en 'lmp en ^ogfl dem( zoriderlingen naam »Scharrelaar”
■fêgeveh mijt.bühekpnd; hij £v’ér diende.inderdaad een beteren titel, al ware
’t maar allen! otódat-Jïhiji'ralle' o vei#ge* Eutopesteft^Ovogels in pracht van vederen
?|3'JHet Mê^ É fW^brkm,a^?pmaa rt op dèz(^^)ói| kwalijk betitelde vogel behoort,
lfe\at oene\nbni£,te^póiïte‘nf^f\Vc!lke'»Pcbt('i üapsgewijze ‘fn andere vormen overgaan,
'zóoflalb^.un' ilê'jli£ë'stèi!tó^^ nagenoeg,elk als Vertegenwoordigster
vaneeii af/ondeihik, goMarht kdn»l>p"( hoiivul worden, tfetgeen dan ook.de theore-
orh'itijJDloci^ in ‘huw hien'wat ruime ,ma?1c ^ ^ t.^D e 'Eunopesch0 type
iïi’. . ii ïlnïl.ij dit> z&dlrbnge^idai^ijiie 'v^;|nerityevenze|l|den type 4eï Kraai als
nh( n*‘wuft den LoekoelJfe&^^»>f f l ^ re^t>eide dSzè;^g|ls kent ,en 'ze vergelijkt,
zal: opmeiken', „■ ddt$‘d(r.'^zoogpiraamÖe.'Srh^rrelaar juiste^tós^ben<deze twee zqo
Jvêrs» luik nd* voimon in-vsfcaat. ZijnJtbek^gfekjkt, vrij wel dien van den Koekoek,
iffl^Win4^enigp sfrnznnnü S waarde n lujj"onkj,dw( < 9 ïdts van (hfen der Kraai heeft.
Zijn Iraijbhtc&i' staaf wel-. js^XVaar*-bniIem\aart:-'lgerigt, doch Mf even lang als de
'middefteen'en >ódk e\en-lang aK de ibhiten^te$ aclTfeitet n van den Koekoek, welke
töjthtei ook naar, .voreri gerigt. kaft - worde^qZijn otarsus^of^yoetwortel is kort en,
;fe'ton fklsHati «vifti- den * Koek’^k?}- .aan- jfreefsjWerl Vvan; gropte- schilden voorzien.
vZü^Meugel komt geheel met dien van de^ftekoek overeet^ al de vederen liggen:
op^élijke wijzijl^rarigseffikt^eilj |^^eFË'ötfdingcvan lengte - der, groote en kléine
fsiagpennën.'ïs"‘»'dezelfde als dieXHernneeste tot ^hét Koekoeksgeslacht behoorende
^gëls]i^®l,%êë'iï ja eri - ge makkelijk kan’- nagaan* do©^*dènv vleugel uit te^s-preiden.
«heeft’ héjtük lang als «eene^-so^K vian Kraakheschbuwd en dan ook als zoodanig
^gedeeld; en^ooh^èf'Sle'fehts. dïéflange buitenteem maar een weinig buitenwaarts