DE BEO.
B M W RELIGIOSA.
jv De tot dit jgf jy^JJWhooipudf \pmja l*r inner ^.err zieh^ der^r-“ hunne korte,
krachtigej’ n a a rs te ƒ dér Kraaij|n ;gpjwktjodelt^lalte dtyJrdmnne zeef in 'toog'
'peilende •k;U‘en4 ,aan den ko~p ^eriyoQ^ de-, glimjfeend^zwaft^l^eijir: hunner vp^eren.
Zifvofraen de f am j^ d e r4‘J)akbQk-Si)1pejjIu\\en ,(Eufrba.) Aan dé Beo’g, zjjn slechts
edn^gpirig * aantal sooiti n ’du kt nd ^»elkt * /ui uin elkaêi-Aeiwpht, zijn en alleen
in pPQQtf^ p m de ^plaatsing; ;ok oiiuvan'g^deV ldledi.yef^hiflen. Zi] bewonen
Ipdie EenigfrMn .deveps^tize1 |n, jrok m< worm /ba-b^komeMe/^pgels,, mede in
Indië R ^ n i s behWen.de, zijn de (irkuihlSOpt eeuwen („ttn4||W?|lvi'welke,
W -als de Beoj doof de |fal§ekehe •^lpnisikn ^ \Iyna,, ■MyMq, o;f Mina
^teftoemd / ‘wofdên." Dp ^fWnséheppelijke Isoortnaaip rehgiosa is door de latere
orbith|l’0g.en ' •veranderd ’ omdat Linnapns, |h p „ho.t ee^t^Wfja vogel be^éhree|y ten
ffÊgblge van onjuistèvdnlaFni.Uif, /n h in ’ de identiteit der, sooit ,v^-giftje, De
Minavqgel, die^ djOÓftW J Indianen, als geheiljgd^BÉ^^^Ö werd ,en} aamÊun god
Ram was opgedragen,ljs ,niegvW; v$W L in nW s\bW ald§ Beoj doch jGraenia
f^mdotheres tristis, |^ g e n s andec|^' e ehté^g|’. dend%;is nimmer
zulk_ eepej perkten deel ge|jaRW en men beeft Jhern J a |e r , bij^^jèe^an#prfectie
«p «ter wilje, van zijp bpctgVpptwikkeld stemorgaan, Gracula musica genoemd-
f e ile n Vindt dén BeaMiet rnemgvuldigst in geheel, Engelscb-dndië tot#6° Noer-
^ e i® r e e d |id k ? in E p fle l^ en j een^gGdeelltJi-yanï (Wt-Indie., loth invlaatstge^
^pdbmde. sprekent teef|3evjp;5 ‘-éen® jgéqptejp;, itigevoerde Sport,
GrWkvanicobï • '
ft De Indianen kennen bW p n d e f den maarn van KëlpnUmaina en Kmdo-gounka;
de naam I||o.! jé- Waarschijnlijk van. zijn. géyvoon.geroep afgeleid-
\ Er - Bestaat bij dezen» W'gVf?fehier -geen- niterlijfc yergeh.il .^yan sekse: alleen