DE HUIS MUSC H.
PASSER D0MEST1ÇUS.
!i-4Iedepeeüj .w^fMusächten ^zijn; althans mogen we als zeker stellen, dat
het ^grootst^ld^lte^'va^^Vitoeisehdoin de Huismuseh^en hare ge-
woontVn her ft c^grun'rUcT^liïj^flCi i^nog v el -xan _ 'Ä ||6 zeggen, en daarbij
hjM&vkj, al 'nnac.^^omstandigheden' w%dndér#..zij' zich bevindt, nog : zooveel
»eigftfaterdfes dat^Tiu, bie- (|v^|ffg|;^es^Wjying der Huismuseh in
dit w e r k e n . al niemals.noodzakelijk, dan Aoot^ekó^^ieti ajs; ongepast zal worden
. aangemei^Mö,':';
Mus sehen zijn^mkaSSfig^lyogelS' em kómen tien opz^te van hun vorm het
■ mééft de ..Hood vinken: (GarpodacMs)^3&i■ Haar vleugejjdlfpgelijk man dien van den
■^ever erimtntesehCidt^zihfod^^ meestetgyerige Vinken,
dat": d f | f | | | è t é K p e m É | t ^ |& ^ e S d ë < i e l i j k _ en niet .aanzienlijk korter is,
: Be: jjek is ^aïnelijlèdfélitig ^mieDicffei^M eerngzins gebogen of afgero
nds 'zo,dals‘ .Bij dè ||fed|iri|je'n ‘en Roodvinken.. De fpooten zijn .krachtig en
^ o r a T t^U ^pïingen Hare^yjugt is vrij’ schielijk,
doch zwaar^'zelden dodShelèpi-fljj^danÄ k vg|pote afstanden ineens, en, wanneer
zij izifch* <van ,d e^ ^ ^ ^ ^ tre èk rnaar'‘_^^faddere(mgjetgn^begeven, rusten zij.
fiélkehmale magfinoog^even lang ais4 zij -gevlogèndKëbben.
^ Haar irstemg^uid-^irherp^ kort e n u ß g t .wéinig ontwikkeld, en hierdoor
Jjj&cgal naderen^ij,i%^er^le^Wev^g/^ P ^ ^ ) | Alle Musscjiensoorten kenmerken
■ zich., doorheen!1 onaangenaam luidend, steeds .örnveranderlijk geroep: ntsièp-tsièp ,
M il" deze syllaben wcw^^d^n" oplrddm^n^^a^men t ^ ^ n g noemen mag) zaam-
“gesteld. Haar'lokgeluid, dat zij ooit Jaten/dïjo&Ce^ janneet zij elkaêr een naderend
j^vaar^ ofyMete^bijz i% j jm $ ^ 6 è te deelt# Bobben^is” eene zeer snelle opvolging.
dezer-1 syllabetllm klinkt,.als^een, schérp; .geratel. Als dit geluid met het gewone