•echter, -waar de Roerdomp nog »1 menigvuldig voorkomt, mestelt hij oök vaak
in de met niest 'bezette gedeelten wan .afgestoten viptetrs. -
Het nest zelf is^_vrij'.slordig gebouwd, kleiner öf grooter tal snaar tde beschikt
bare -ruimte. sGewoonlijk is thet miet weel'meer 'dan neen -opeenstapeling vaïi btóeren
«raat gedroogde waterplanten* ten riethahmen,-juist feyèn * geschikt om'als bed vsoer
fde eijereri te kunnen dienen. Meestal'ligt.bet1! te'midden vatsr platgetrapte ^taet «sctf
'waterplanten, soms ook op een klomp of kluit', Aie daar-als 'een'^eilandje u i t l i j
-water uitóteekt , maar schier ^altoos onder bet digtste rietgewas; vf^è^otem
De -eijeren — een »broeisel beeft er i i 4, zeMen^l— zijn .nïmforan- bruin-
aeMg »olijfkleurig; zoolang->zlj versch zijn, hèbben-feij sepn meer 'naar bet 'olijfgroen
tweernende tint, die'echter van lieverlede* meer en meer maar het bruine trekt.