dan eens heb ik er zoo nenzien .zittenV^dien ik aanvankelijk yeor"een knoest van
een boom o£*voor icep .bosje gedroogde waterplanten hield. ..Sdui-- houdt hij zijn
vederen geheel binnenvvaa rt s wg etrpJeTmn£V,en -als, hij dan: «daar; afl|jizit.vjmét' den’
kop vlak pmhopgr!tfd|hAan_menrniet ligt gelooveu, dat^ieti/een Ievende^vogol is.
Maar niet altoos ziéjt h i j^ ^ p p - '' Bijzonder, ‘ schraal-'$h -als' eén: skajc rail ;-,zif- hij
inaar perst-,jrustig en gemak-kelijk, , dan-glaat tój-dikwijls.-cje tveêren uil, e n ^ h e ^
wel -zijn hals gebogenT|||zoojlx' ‘d^mbeste Reigci s dien houden, zoo bedekt toch
het .zwaar gevederte.* ^ ' dM.Jiajs," .ditThuiging, ©§Sat hij er dan als een koife;
dik halzige"; vogel uitziet. Steektjhij ee^tenpensklaps zijn hals omhoog, dau vschiet
■Miiiials uit ejm,.seljLeedp5rfrJy.tfbiis\^ijn,/ptf^men staal er werkelijk verbaasd ov'er,
-hOe***hy<"zbo plotselings 2ulk'4<fn?lfingte kam.vè||oohen.
‘Wanneer de .Roerdomp laapgesdioLen ot'gewond -is, is het nog lahg'geen
gèrÊtókkelijkSï taak, -hem. *nfe^t|Fite worden; want hijfistelt' zic'h dan ndg meldde
meeste^verwoedheicU tte?tbéer-4 werpt zich „op :den rug-en weet znlrvan snavel
en kiaauwen, als van geduchte wapeneia^t^.bpdieopn^êï^|heb ik!-’è’ehSWëfifhond-;
die-op zulk één gewanden~-fp]|i‘l moest aanvallen, “zeer slecht van <b■ i e i '' /i'-n
kbjn^nf^T
Bij het vtiftgenrhe weegt -hij - zfctr-zacht en ^ndep/gerucht te maken, gelijk; ëêri
giootev-iUtl, hij houdt dan den hals ingetrokken, zoodat hij er ztei klein.pitz'iet,*
en de pöoten achter den - staart- uitgpstrekt. -,Zijn vlugt* is loom;’ dePbeWègingén
zijner- vleugels zijn zacht en afgemeten; aUeen ‘-wanneer-hiji^IatselingsJn,it.zijn
schuilplaats opgejaagd wordtkrept'hij zieh.^taBaöl>ijk vlug omhoog,-ona. echter al
spoedig wëpr meêr te strijken-en zich in^Jfétrrièt, te nvetbérgén. fjlij h'et!;loopPiï
beweegt hij zich zeer rustig en bedaard, met' afgem.étefr échréden. alsof’elke’
srtap vööraf zorgvuldig berekend euro ver wogen ware; h ij' schijnt ;(dan' ooló niminer-
fce draven. Zijn lange teenen zijn uitmuntend geschikt om doof' heb slijk te loopen
en dodr-Tiet digte'rietgewas te klauteren; vandaar dat;’hij op plaatsen', waar
groote partijen ondiep; "met rietgewas en planten begroeid waten-g-evonden^or-'
den; aanzienlijke afstandeni-kan-afleggen, zonde? iöt de oppervlakte wan.Mét water
neêf 'ée^dalenT -
r Daar hij niét zeer lang van ppoten is, kanltóju-slechts zeer .ondiep water doorbaden;
want slechts zelden dompelt hij eenig deel van dén tibia onder water.
Wat zijn geaardheid-betreft, is hij ongezellig encaehterdachlïgjegens'alle
Vogels Th zijn nabuurschap, zijn eigen soortgenooten niet uitgezonderd. Men vindt
dan- ook- schaars?meer.idan één paar bijeen, tenzij op uitgestrekte vijvers of moerassen^
vvaar «overvloedig ruimté/issoni eenige parente kunnen herbergen, zonder
-d’Stkheti feéiief'het Sandeke 'iü 'denfweg fkomU1 \ '
»■oHet gewoneittföepgêfyiidvvan den Roerdomp is een schelklinkend gekras, dat
vpijv’beR nsüar t dat van dgni»Taoht-RéigeriigéMjkt, en des nach,tS'op geruimen afstand
kan-igehooiicls v\otd«mY-0oi?zop;v er , ik. hel" hebs kunnen nagaan, »schijnt hij dit geluid
alleen onder i het ■tvlu*genw|^.!,laten inpoBernkDe paeest bekende kreet of loktoon
van'dezen vogel, is /eojrter het" eigenaaidig tzwaar geluid>van het,mannetje gedu-
rende den i paanföjd. Dit-. gpliuid -zél Ongetwijfeld. in^euboren van het wijfje even
<za©ji|i>én lépétijiklinken, ipa^b.^t^ëkir^van'1 denz Boffer in de ooren der Duif;
alevenvvei;heelt hetvualthansfiyobrzooyese ikihei-kambeoordeeleni; niets muzikaals of
streelends, en> zelmr^aibïüieh^zpp^s'avonds iu den-donker langs een moeras passe-
réndèy op eemg^iji afstand dien kiedf vin den Roerdomp verneemt, dan klinkt
dat aK^héfllhaa'r in de oo’fen-, en, dan kan-men 5d|hH)eSt begrijpen, dat een min
ontvvikktbk landman, dien diepen toon'i van- den-Roerdomp hoorende, er op wil
zweren,- -dal in dat' til §êr as; Je en huilende duivel „ol spook rondwaart. Ik heb dit
zvvaie geluid vafi^dèn Roer lomp ndb’if van -nabij gehoord''; trouwens is het uiterst
moeijr h|k„* Jut op een n ïifd te vemen aMand‘«tó^ naderen, zonder dat de vogel
'terstond zijl/ alce1r^%(êluid staakt Het' t ^ ^ * ,4 itt<'t.vvee sylfeBeri., waarvan het
eerste kortTiiét andere langt r en se heller is, en gelijkt 'Vrij wel naar het gebulk
vaü' den <41015,, op ©enigen afstand gehodrd, -\d5ch klinkt zoo hard, dat men niet
’begrijpen kan hoe een vogel in staatss,;.-; dat voort >'teybrengen. In de vroege
lente, - gpTuréhde den paartijd, kan men bet-des nachts gestadig hooren-; zoodra
’■Ö'ejlite'r/dè jongen ui^gj^^M zijn, houdt het van lieverlede op.
De Roéfdotnp voedt zich mét ^ f j^ ^ ^w a te r to r r e n ,- wormen, kleine schaaldieren,"
-kikVorsöhéh, -veldmuizen en |^gélijke kleine;£zoogdieren. Visch schijnt
. eejiter zijn lièVelingsgeregt ‘t©- zij n ^ lth a h s 'wordt deze meer dan eenig ander
voedsel ip. zijn maag. gevonden.
Yoor den nestbouw. zoekt hij. een. plaats gqp, die zoo min mogelijk door
ménsohen' bezocht-wordt, én^waar hij dps zooveel raogelijk ongestoord kan
blijven. Heeft eeji-paar eenpiaal op? zu l^ |^u plaats rustig en ongestoord genesteld t
dan zal het in den regel de wolgende - lente op diezelfde plek weer zijn tente
komen-, opslaan, In een digt rietbosch, te midden van een bijna ontoegankelijk
moeras, bestelt hij dan ook, als. wel van zelf spreekt, bij voorkeur. Op plaatsen