goed in, de gevangenschap sohikken, indien men hem^ eenBygroote, ;ruim van
takken en van een* étuk wilgenbast voorziene kooi geeft, Hef?eét-spoedig hetzelfde
voeder, als voor den Nachtegaal is opgegeven, doch kan moeijëlijk buiten meel-
wormen, en is ook-"zeer gediend ‘ftnct -gedroogde miereneijeren.' - fiedurehde dé
eerste dagen zijner gevangenschap Verschuilt het zich- achtCflde,4akken en ^blijft
läng vreesachtig, doch het wordt na goede behandeling bijzdndei&Hiak-, en komt
zelfs op den vinger zijns meesters'zitten, om een meel worm- weghes pikken..