hebben de mannetjes een "weinig glanziger veêjen «en z winter *vj e u g e I p i rn t e i j. pqdli
de jongen zijn. zeer gemak'kelijk te'-herkennen*; -Mpi geredtil'è is doffer en 'lirfunp'r,
_en hunne lellen zijn .slechts 'onvolkomen .èanMd’uid.
—„ De Beo broeit impboemholtètt; \Dè /klehKder' ecijri en is met m< t /iknheid
bekend. Volgens Jer'don^; :1even deze \ogels’' (njytrnèpeii m lui hniihqes tn nabi]
gecultiveerde grondeneden komen zij in*hel «ebergto-Jot op iOOtj *ó1 t bovenal.'
-oppervlakte der zeè'yêof; / ij voeden /n h 'met* ifénam n < n andei.r'Toftf ün Éftth?
alsmede met <bezièn eu nwi ten
In den g e v fi^ ^ staat’komen 'df twee v< i^< lullmdi -ooiMen, welke wij onder
den nènm " lan-^B&ö^ïkennen, in gewoonten en^luugi luid al /<n w< 1 ovelri
-"Beiden zijn *alleVvr‘olijkst van - aard ?en'*ln.|zondoi:'\ei ■danilm ontwikb ld %oo;d,it"}]|
s •ipo’edig :iii&fiev‘Vriënden kennen. Zij ' worden da'nf|e&k yfei lam feh 'hi bbi n--d>\
gèwobnte ,l(fmj -alsTaj“ aangesproken gorden, den?%opFóp';' zijde te ki eren, op
de/dtdt ;scJujnbaai linsteiende "manier, waai op =Vmitnige, l'apeaaahl'n dit doen'
Dat zip tefdns ^eMerschillende-vgeluiden, die zij- hieV'enP, '-‘goed mntMuden, l/föfkt
duidelijk gehoeg*:-tllö' 'de menigti • vei-ft lullende' vJobrUmfiNiie /i]. ^jodJigerVdah
Jgmge-andpre vogel /Wètèn na Ce praten. Dauhij ï^lifTn -l^mnldid /m h< Idü
en zuivef, -dat-herysoms''zeer meèijelijb valt,- W'^epiffijf \afi den-'röudl^ fl’Uit
tan-’den m’ensch te.-.onderscheTdW-fie Beo Itootst ffiuw?lee n|w^fu'deri na, maar
géëft oök deveigenaardigheid van ‘hét ’spraakgeluid, $$*(10 slvin .vvaarmeikiliij'aan^
jesproken' Wordt",, mét-wenderfijke getrouwliSt’ï^ a |y io !
’t'Is dan ook niet tê -iv er wonderen^ Jafc'dijMfr.alirrgaaideii'fbvencb liroVde
algemeene ‘ aSïidacht tot zich trekken; trOuvfens-iëerl• niiffnriiun^fffs.gedurende
deiï oyèrtQ'&t uit hun -geboorteland'* taf •’van pbrasOs; de rneeslen 'kunntffi bïfiv*
/eggen- (we zouden' hetyzeïb, nvragen” kunnen' noemen) ' £w'ie ^Uopt jdtiari-1«
zbpdra -ze een. 'kloppend geluid vernemen f of, ^a’tó^Fdê^'ïiaburige ktroivoetd1- wat-:
veel geraas maken,- hoort men den Beö-opfibéitf|jfe'nden) topn -f.eeprn: rtó|s^e‘
-béb'daar'P-’tgeem natüurlijk to'óral de jeugd ataus0fti^
r- '"D^Beo wordt eehtér"eersFdan ee^goecte .prater, jajk men hem alleètfïlïè^t
en- niet 'te, 'Veef--in^eënsf laat loeren. -Ik hebber' een gehoönfj^ie'rn’iU^ten^kfjftffg
verschillende wnorden sprak en nnjïerscheidene’jangp ph<?asée4iit ‘het’ hoofé^, kon
op^lg^n. Ook 'flocftp;'“iT)t liever," -zong hij •, !de ’ wijzê" 'ds’Webffejj^valö- 5ïet'■
Engelsg^volkslied>’-3)^d-'5itW the queen*^ naftuüfltjk .kende hijiSndefei||| woónden;
doch - ik heb Iretn 'gf)féêtë redevoeringen ho*Öi*ën 'voordrager!,' waarbij hij gOen^ile'
gmnste' fout^ beging. Hij had in Engeland zijn onderwijs genoten, en hij klapte
tjan ooJb uitsluitend in ’kEjigelseh. Als men hem eenmaal aan ’t praten wist te
BM'cngen, dan^asyioék:gewo'ónlijk’moeijelijk om van hem af te komen; want onze
tpoo wrst ook op zijne heuit iemand aan dë praat- te houden, efi riep dan: nDon’t
wgb—è’- 'don t f-tf'f) a little — nou here, come here — Vil talk to youlV Bij
Miden gokgenht den nop luj \také^h0èe‘} Malie hasté.,'t'4lè''fêUoih-!: \ en dan bragt
hij rméetSJal een-lagchend geluid vnprtkv'i'jjaiit gehjkxeen mensch schaterlacht, waarop
hij K in onmiddelhjk^riïi tV.v öMjnk^» Ye?jj claferj, uell done!” Hij bootste ook het
-sihirijen 'èanepen zSig^ïif^ijen van%grd^Èè kindpren na; ook het blaffen van Öph
hond,'ij>u{M lirniMk01'''1' n J u a /in , luu lom, al'wat in het huishonden maar geluid
|v!V 1111 i I vi I hij | / ll I In li|l . i|/ i mg t fevel*?^
P:',^egeii'J ,al du ■ fnauijevhoi ddmgheden,"wordent vooi^ d'eze vogels vrij hooge
jfgijzen be-'teojjlt' gewoonlijk , f 40 a / t tiO, doTJi^/o'orfgne^ praters- veelal het dub-
P |l e , ja- drit iluffièle-'-vuns dien-, prijyd4^
Ij Men 'gpvè'^hun tet vöed-el .gikookte ij|stj-fgewefekt brood', appelen, peren,
fe)gtn, gihakl vliesoh,.fi en mcclwmmenv/ii kunmn» de koude met verdragen
jfemgzpekrn de zonm waimte, -vhoial 'qailat^yzii'h gebaad hebneii -* Ook zorge - men
&(pfmal, /e \an-_» andei i vogels jalge/'o/idt iili^ke1* lioiudm,’ daar /ij anders al spoedig
met ile|en: .aan 'bochten ra^en ?en’jZelfs-, als zij ®tet kléine vogels te'doen hebben,
/< êdoodbijtfji fn dan gewoonlijk vei simden