De eijeren variëren 'van eene lichtgele schaaLmet roesiróbjjestigj%si tot eene
graauwwitte grondkleur met groote,vdonkère: ong§lijke vlekken.
Eene variëteit, met een .minder helder rood en met’wit -gezoomd gevederte,
bewoont dezelfde stréken. Zij onderscheidt zich vooral door de vitte ^zoomen aan
de schouder-v;§tuit- ,'en zljdèvdêrëh. Hef.; wijfje ^fezer-vatriëtfeit^ertoont in haar
vederkleed geenerlei afwijking van “den type.^De* wetenschappelijke naam v5h dit
rasfis Ph. soemmeringi, var. seantillms..
Ten opzigte van voeding en i 'vérdere behandeling der hiep'afgeheelde soort
geldt hetzelfde, dat reeds bij d e ‘vroeger bèseKfeven'soorten is:fo ^g ^ ^ ^ fl.