Geelwang-Kakatoe is grilliger, dan alle anderë%^borten% en-'maakt, als'bij zit,
allerlei- noodelooze bewegingen m e t’den kop, ëd'onder hetl^iegM ^allerlei zonderlinge
buiteliügep^ Be- Dunbek- ö£ Néuska}i§|öe^(^aC(*ï'ua of Lecmetis 'foqsiaü);'^
wéder vrolijker, zachtaardiger^'en meer flute-oh praatziek. De meeste .kleine witte-
-saórtên, met neêrhangende 'kuif kenmerken ziéB*'J®br'5iare stille, miterst bedaarde
bewegingen; zij^hebbln -in-haar Jddenje'^ditg^ibS^ap.t&® Duif. ©’e^RoSé-Kakatoe
is zeer^zïchfaardi^^dBëb'kö“ogkl#$jsr driftig zijn; hij is, d o e le n onzei eigin
soort,-opvliegend^»env-ligtgeraakt',Ernaar -*lorti\ goedhart ïg.^jjlit?-gr00te zwarte u f
donkere soorteq^van Jtaaf-KnMtqe’s (Gakyptvrhyn-
3^^}jrdgaEentégén zijn .Kopsaafdig, "nijdige *en~woiden z’gjdip g^héel^taih.
De Rosé,-Kakatpe^is als?kQQÊyQge]-zeeÈ;gezqcht; hij^is dan ook buitengewoon
mak en verjrouwelijkt als men hem jriend» li|k bepgiQt, dorh woidt bi] heihaald
plagen of storen -sehuwt ^ ^ i l 'd : , Hij -is eAter ' nretr.fwisteiek. en leeft 4jtefst ‘gepaard
o©met andere yogej^-vereèftigcf^ De-ïneesten -worden,|eêpjn'ud';jiiouwrnb ï-, inzonderheid'deze
Kaketoe Jeer^têrk-van gestel, ^óödat hij ^ue^gudS^kan verdragfii,
waarbijJ andere forten- Zbudep bëye’e- en rillen. J^m»y.bj|re hem op gelijke wijze,
als-de vroeger 'béschrbtyén^s^tmi.