heeft meermalen opgemerkt, en dftfjis. docir -verschillende personen, -'rJieiSpetïh'ten-
in gevangenschap ’ hielden, beaamd', 'dat hijv zonder- moeite aan de . ondèrzijde van
Jiprrzqntaal Uggende•'takken i^ 'ru itsp rin gM '.^ n d e r zijn stètinpunt te, verliezen
In-de zoölogiaoKljs- tuinen tfe J?onden--zagfHk dezen vogel f> lempo'^ftegèn
een 12 -Voet-lang^loodregt''ïóstó^end/rj^erdraad1, ter'fdikt^van gewondhorduiir-
wol of van ' éelJ^fiÉciffer 7v naar ^oyèrr’-'É^iatetlén. Deze manoeuvre' (hferhaeSÏ&e hij
gewoonlijk nenigèjmatén; zoodra hif dan sdteiïtjzolde'r ^er volière had- bereikt ,~gaf
^tj,telkens met zijn harden bëk eepige duchtige’>löppej^4è|ênvliet-bontwerk, ‘die
^dè^pïihterS' in: dejlöfeht .dedém vliègfen-; daarop\|sc^it|bij; in allehijl naar omlaagf
om dan weê'r onmiddellijk den draad van jonidéren' aan 'k%’pèklcei^veni^lïs klimpartij
të--lièVvaftenr •
la zijne%ijze vairnestelen, vanjopbrengen dër jöngen on-toVdei keuz^van zijn
voedsel uhdèr^héidt- hij zich niet van den- Groenen .Specht', 'Zijnrgeroëp-dlsïeh-
tegen^sföiêlifer en üiet;zob,#6h®jk-sto^tend; hrt ^ meoi ren schérp^ '>hiek-hleh”.
H. In -gevangen staat kam hjjj-'i.e-vfen- jafoMfdéj OVérigÊ;* soorten-;, 'met vlees'ch; fei^-
miepeneijefen - en moten in ’t leven gehouden worden." De >voor «drtm' vogcKooiten
bestemde -feoijen moeten-jèf^gefieef' van ijzer mf;nit %téi%I.q j c e ^ -
e n ‘s f \ een ^«iolmden boemfetam- of- stukken vsm^éèn-knotwilg" vöbrzien zijn. Allèl
Spechten zijjn in ’ den* beginne zeer wild en schuw, doch gewennen,ziclVspoedig
genoeg aan het kooileven.