m Ê m c
DE RIJSTGORS.
DOLICHOUYX ORYZIVORUS.
- Terwijl het' oostelijk gedèelteder oude wereld een vogel bezit, die hoofdzakelijk
dk rijstvelden bezoekt, zich dit graan tót voedsel kiest en onder den naam
van Rijstvogel bekend if|^vinden; -wij ook in Amerika eenè zeer zonderling
gevormde, evenzeer als schadelijk te boek- staande'vogelsoort, welke nagenoeg
'dezélfdè levenswijze leidt en met denzelfden naam wordt aangeduid. De rijstvelden
van Noord-Am,erika ivorden namelijk door; talrijke zwermen dezer vogels
bewoond, '-die daar' even ongaarne gezien worden, als de Padda of Rijstvogel in
Oost-lndië. Niét' alleen toch berooven zij de halmen.'van hunne korrels, maar zij
eten ook ¥ e jonge scheuten.,'zoodra die sléchts.eenige duimen boven dén grond
gekomen1' zijn; daarbij hebben zij Se - gewoonte om rijpe korrels naar buiten te
'dWjvéh'' én'deir aldus"geledigden halm' vérder onaangeroerd te-laten-, zoodat de
aangerigte schade'niet omüiddellijk zigtbaar wördt: v>.
' -; ’ Dé'^planters' noemen dëzeh 'vtii*el<ïtice-!bïrdRice-bunting en, naar zijn geluid,
'•RobÏÏnk of Robbelink. Ik heb hem Rijëtg'örst genoemd', omdat zijn snavel vrij wel
op dien der Gorzen- gelijkt. Eigenlijk'is hij een -geheel-op zichzelf staande vogel,
en, zoó:‘we' hem ^h'ïïïètf andere vogelsdörtën vêrgelijkengwilden, dan hééft hij
evenveel van' dë Gof zen of Musóhgpfzen alé* van de Troepiaien; inzonderheid heeft
het mannetje nagenoeg dezelfde Mlètirën dis dat van derdaatstgenöemde vogelsoort;,
terwijl de jongen eh'''de^Wijfje^'dermate" op die der-'Gdfzén gelijken, dat men ze
möeijelijk van' elkaêr kan onderscheiden. *
Dè^zcSfier® draa'gt het mannetje'eénvëdérkleed g'gêbfëel $an dat zijner wederhelft'
vfrséhillënd&; dóch die fraaijé kleuren-moet hij reeds' na drie of vfer maanden
vërh'ezëffy iéts- dat bij dê *Tróepialeül nimmer, bij 'dè Gorzen isfeefats ten.op*
zigte van eenige'-soorten het geval is. In zijn winterkleed is hij, even als de wijf