DE Tf iOEPIAAL.
ICTERUS JAMAICA!.
T)e Troepialen kunnen met eenig regt de Spreeuwen der nieuwe wereld
genoemd .worden. Althans komen hun snavel en hunne ponten, wat den algemeénen
vorm betreft, die va'n de Spreeuwen der-'oude .wereld zeer nabij. Door hunne
overige ligchaamsdeelen daarentegen, even als,door hunne kleuren en levenswijze,
kenmerken zij zich als eene;-geheel op zich zelf staande familie. Zij vliegen niet
?oo ,snel als onze Spreeuwen, doch zijn veel behendiger in hél klauteren. Bij al
de tot deze, famjlie bphoorende soorten zijn. de jj kleuren schitterend, meestal
oranje of geel en zwart pf zwart met roode s.chouderyeêren. De wijfjes en jongen
zijn groener of graauwer en meer gestreept, even ,aTs de wijfjes van onzen in
kleur met deze vogels overeenstemmenden Wielewaal. Zij leven steeds in de
boomen, bouwen hunne nesten op gelijke wijze als de Wevers, en bezitten een
sterk en helder fluitend stemgeluid. De naam Troepiaal is van hun gewoon geroep
(nagenoeg als dat van den Wielewaal, luidende) afgeleid. Er komen verschillende
soorten voor, die, naar mate van de localiteit, die zij bewonen, van de soortgelijke
typen afwijken en geWoonlijk als standvastige variëteiten of sub-species
worden aangemerkt.'.Zoo vinden wij, b. v., van den hier afgebeeldpn Troepiaal
pene .grootere variëteit met ëene blaauwe, kale oogstreek; dezelfde bijzonderheid
js ook aan de twee geel- en, zwartkleurige soorten (.gewoonlijk Baltimore-vogels
genoemd) j alleen eigen.
Icterus jamchic&i bevVopnt .het grootst gedeelte van Brazilië met Jamaica,
alwaar ook, naar men wil, de hier afgebeelde soort, zonder kale oogstreek,
moet te hpis behooren. Volgens Prins von Wied, bewonen deze vogels dedigtbe-
groeide bosschen, doch vliegen zij na den bropitijd bij troepjes rond en bezoeken
dan de vlakten;'volgens latere schrijvers daarentegen, zoeken zij meer de nabijheid