onder myn oog , en bevond de natuurlyke grootte , nage-
noeg een lyn o f de twaalfde gedeelte van een duim te wezen.
Ik heb deeze grootte op Plaat X V I niet opgegeven,
om dat het geen nut kan doen.
Dit diertje heb ik wederom onder de Pisfebedden geplaatst
waar van men het gedacht met kenmerken op pag. 72 en
nader op pag. 123 kan nazien.
Dit zonderlinge Schepzeltje ziet men dan op Plaat 16
Pig. r. van boven , en Fig. 2. van onder zeer flerk afge-
beeld ; in ' een wonderbaare gedaante : van boven veel
gelykende naar een Schol o f Bo t ; plat , gelyk men in de
tekening z ie t , maar teffens zeer fchoon getekend en aar-
tig. De Kop a. a. fig. 1 en 2. heeft niet byzonders in z ig..
By b. ontdekte ik een klein fpleetje, ’t welk ik voor de mond
zou durven houden, c. c. c. c. zyn de oogen die als platte
fchyfjes op de koppen geplaatst Haan. Ik heb ’er geen
-ruitjes o f vakjes op ontdekt. Het lichaam heeft eene
ei vormige gedaante, van boven by Fig 1. aan de randen
met Knobbeltjes. Even over de midden van het lichaam
ziet men vier aanmerkelyke Knobbels. Nog verder naa ag-
te r , by de inkeepingen van het lighaam, by d. d. ziet men
noch zes aanmerkelyke Knobbels. Alle deeze Knobbels
fchynen zeer helder, byna als doorzigtig. Verder eindigt
dit lichaam in een Haart; welke zig wederom in drie deden
verdeelt, daar men op deeerfle afdeelingen by e.e. op ieder
vier Knobbels , en op de twee volgende afdeelingen op.
ieder twee Knobbels ziet, die in doorzigtigheid gelyk zyn
aan de boven befctireevene. Deeze Haart eindigt aan zyn
twee zyden , ieder met vier borflelachtige hairtjes , welke
met ‘nog fyner hairtjes bezet zyn. Iets zonderlings is ’erop.
' te merken in deezen Haart, dat by namelykzig in tweedee-
ien verdeelt, die in het midden door een vlies dat doorzigtig
is » word t’zaamgehegt. Dit vlies gaat door tot in een
gedeelte van het lichaam , daar het minder doorzigtig i s «
niet zo , dat dit vlies altyd te zien was. Veeltyds plaatste
het Diertje de twee zyden , die de Haart uitmaaken ,
tegen elkander, en dan vertoonden ze zig, als één lichaam.
Deeze ge Halte had meest plaats als hy in rust zat , maar
wanneer by zwom, makende een golfswyze beweging, kort
op den anderen , dan was de Haart uitgefpreid , en dan
boog het zig aan het lichaam , zoo als in de volgende afdeelingen
by F F. , •, j
Hier ziet men wederom een byzondere wysheid van den
grooten Schepper, die aan dit fchepfeltje dat vermogen
gefchonken heeft, waar door het met de Haart uittgbreiden »
nu met meerder magt en vlugheid het water doorfnyden
kan. Heerlyk Scbepfeltje l wie kan de wysheid van uwen
Formeerder na oogen ! -
Verder ziet men in het midden van het lichaam , byna
aan den Kop , een donkerbruine vlak , die de gedaante
van een Nier heeft; men ziet die in fig. 2. aan de agter-
zyd e , dog niet zo flerk. Wat het nut hier van is , is my
onbekent. — .
Voorts ziet men dat de huid o f oppervlakte van t lichaam
zeer aartig is , en als ik het ergens by gelykenzou»
als o f men een gedeelte van een Aard - globe zag met de
daar op groote en kleine Eilandjes.
Noch moet ik in acht nemen , de zwem - en andere voeten
, die men by fig. 2. onder aan het lichaam ziet. Aan den
kop’ zyn vier zwemvoeten, die zeer plat tegen den anderen
geplaatst Haan , en agter de oogen ingeplant zyn , gelyk %q
aantoond. Van onder aan het einde van het lichaam , by
het begin der Haart, by HL, zyn maar twee zwaare zwem-
voeten , en elk van deeze zwemvoeten beHaan uit drie
leden : de overige agt, zyn geen zwem-maar gryp voeten»
als ik ze zo noemen mag, waar van de voorfle de klemfle