D E R D E W A A R N E E M I N G
VAN EEN
D R A A D - W O R M .
mjTet Wormtje , dat men,by fig. 5 , 6 en 7. ziet, behoort
J n L onder het zelfde gedacht, van het geen ik op bl. 61.
befchreven heb , ’t welk men daar kan nazien.
Dit Wormtje is zo wel , als het voorgaande , voor het
ongewapend oog onzigtbaar; men ziet het hier op Plaat
XF- in driederlei ftanden afgebeeld ; fig. 5. is al flingerend
door het water, a. is de Kop , en by b. ziet men een plat
zuigertje. By fig. 6. ziet men hem met dat zuigertje plat
aan de wanden , zo als hy by my in het flesje zat , vast
zitten, flingerende voorts het lichaam naar zyn welgevallen.
Fig. 7. is door een meerder vergrootend glas afgebeeld, en
men ziet , als hy op zyn zuiger vast zit , hoe hy hy zig in
een kan dringen. De Zuiger fchynt niet rond te zyn ; by
fig. 6. c. verdeeld hy zig eenigzints. Voorts heeft dit
Wormtje twee bruine banden , zo als men aan de Slangen
ziet. Het is een der ligtgevende Diertjes van het Zeewater
, en was fraai om onder het Microscoop te zien, als het
met zyn zuigertje vast zat. Ik vistte het den 2. Augustus
1768.