De Pop, die men by Fig- 5. in zyn Natuurlyke , en
Tig. 6. vergroot afgebeeld ziet , beftaat uit agt Afdeelingen.
De Kop a. heeft byna de gedaante als de kop van die foort
van Honden, welke men in ’t gemeen Steendoggen noemd,
en is met een Bandelier b. omvangen : aan de bovenzyde
van dezen Band c. c ziet men twee Hoornen uitfteken.
Plaat V I Fig. 11. heeft de Heer Reaumur zul-k een Hoorn
fterk vergroot , en zeer goed; zynde dezelve als Segrytt
Heer : ze dienen tot ademhaling voor de Pop. Voorts is
het Lichaam der Pop niet rond, zo als de Heer Reaumur
het Fig. 9■ afbeeld, maar langwerpig vierkant. Tulfchen
de zesde en zevende Afdeeling, by d. ziet men noch over-
blyffels van de voorgemelde Nieren : boven deze Nieren
ziet men in de Wyfjes Poppen zeer duidelyk het Eïernefi.
Eindelyk , de agtfte Afdeeling is als een halve Eïerdop
tegen de andere langwerpige vierkante geplaatft. Men ziet
hem by Fig. 7. vergroot, en aan dezelve gehegt; by a. a>
twee, als Blaar en, met zeer jyne aderen doorwerkt; by b.b.
zyn noch twee kleinder, welke hy tegen de binnenfte rand
van de twee groote Bladeren kan doen aanfluiten , zo dat
men dan door de doorzichtigheid der Bladeren niet kan be-
fpeuren , dat ’er vier zyn ; gelyk de Heer Reaumur ze
ook niet aanwyft , als mede ook in ’t geheel geen melding
maakt van deze volgende deden , c. c. twee Vorkswyze,
van boven dikke lichaamen , en tulfchen dezelve, by d,
een pinachtig lichaam. Aan deze, noch ook aan de Bladeren
, wier buitenfte randen kloek en gedorend zyn, weet
ik geen gebruik toetefchryven. De kleur is .mede verlchil-
lende : doch alle worden zy , na twaalf of veertien dagen,
zwartachtig; en de Tipulaas komen van de zeftien tot de
agttien dagen , naar de lucht warm is , daar uit te voof-
fchyn. Welke T ipulaas ik in de volgende jVerhandeling
zal mededeelen.