ik dan op de eene dan op de andere zyde o f plaats , .aan
een o f meerder Pooten , een beweeging , die aan die der
Bastaart - Polypen ofwel Rader- diertjes gelyk was, en welke
ieder op zich zelfs , verfcheide Poten zaam genomen ,
een ftroom van water naar zich deden komen. Dit baarde
in my een zeer groote verwondering, en ik kon niet begry-
pen wat ik zag : ik dagt om Rader diertjes , die ’er by
toeval aan het Dier zouden kunnen gekomen zyn , Ik vond
myn bewys niet; en fchreef dus de oorzaak dezer ftromen
aan het Dier zelf toe , maar ik vond my in den beginne
te leur gefield zulks aan te toonen. Dan hoe hier best
geflaagt om het te betoogen : hier toe bood zich gete-
gentheid aan ; want op den vyfden dag naar ik het gevist
hadde , ontdekte ik dat het begon te verflauwen, zo voor
zich ze lfs, als wel in de rafle beweeging der pooten ; dit
nam ik waar , bragt hem door middel van een fyn penceel
in een hol glaasje onder het Microscoop ; weinig tyd daarin
gelegen hebbende , hernam hy zyn raderswyze beweeging
aan ïommige Pooten , waarna ik onderfcheidenlyk begon
te kunnen zien dat deze beweeging aan het Dier behoorde.
Diep in den namiddag begon ik door de verflauwing eeni-
ge deeltjes te onderfcheiden, waarop hy kort daarna ftierf.
ïk bragt hem toen op een plat glaaze plaatje , fcheidde met
zeer veel moeite een der grootfte Pooten van het lichaam
af en hem nader onderzoekende , vond ik onder aan de
P o o t , by fig. 2- te zien , extra fyne fleeltjes, aan welker
einde’ zich als halve Hamertjes vertoonden , die binnenwaarts
naar het lichaam gekeert ftonden ; aan deze Poot
waren ’er agt ; en zo aan verfcheiden die ik onderzogt:
deze hamertjes zyn het geweest, welke die ftroomswyze
beweeging gemaakt hebben, en dus zag ik my dan dit geheim
ontdekt.
Wie
Wie moet niet met een diepe eerbied opgewekt: zyni,
over de groote wysheid van zo een allervolmaakst er -
meefter; vooral, als men het nut in dezen nafpoort, en dit
is, dat door die fterke beweeging in het water, die, als een
ftroom veroorzaakt word, daar door andere Diertjes , in
dien ftroom vervallende, hem onder het bereik komen en
hem dienen, hy dezelve ten voedfel gebruikt; daar men
anderen , die hem niet dienen , in verfcheiden ftroompjes
ziet heen en weer gedreven worden. Dit gezicht was my
by herhalingen byzonder aangenaam en allerfraaist. Hier
uit kan men nu een befluit opmaken , dat dit ftelfel, welk
hem tot het formeeren van die beweeging gegeeven is , alleen
dienftig zy , om hem op een gemakkelyke wyze van
voedfel te verzorgen , ’t welk hy zonder dit middel mo-
gelvk niet zoude kunnen bekomen. Dus denk ik myn
taak volbracht te hebben , en wil wel betuigen , dat ik
onder het nafpeuren van dezen Duizendbeen het voorrecht
mogte hebben , om ’er door opgeleid te worden tot
dien wyzen Werkmeefter. Voorts was hy over het geheel
ligt bruin , doch de Streep donker bruin. Ik visite
hem den 12. July 1768. en heb ’er naa dien tyd maar een
G.4 TW EE