8a N A T U U R K U N D I G E
i I
verdeden. Op de laatfte Leden by g. ziet men op ieder
vier Doornen ftaan , gelyk men ook aan de Sprinkhanen ,
doch in n^eerder getal , vind. De zevende o f laatfte af-
deeling h , is byzonder klein , plat, en naagenoeg een cir^
kei - gedaante. Men moet verbaast ftaan , wanneer men
nagaat de fterkte der Spieren en Zenuwen, die aan dit kleine
deel moet wezen , om de kracht van het laatfte paar
Pooten te kunnen verdraagen. Deze Pooten zyn mede op
het vierde Lid ieder met vier fcherpe doornen voorzien ;
van deze twee laatfte paar Pooten zyndeTengels veelgroo-
ter dan van de vy f overige : dus dezen Scherminkel in ’t
geheel 14 Pooten heeft. Van de vier laatfte heb ik noch
een en ander aan te merken. Wy zagen , dat ze geplaatst
waren op de uiterfte einden van de 6. en 7. afdeelingen, en
dat ze byna de helft langer waren , dan de overige Pooten.
Deze twee byzonderheden , heeft den Schepper tot een
voornaam nut aan het Dier gegeeven , namelyk : het zyn
deze twee paar Pooten , waarmede het , door behulp van
de grootfte der Tengelen , zig aan een of ander vast lich-
haam , dat hem voorkomt, vast houd : met een laat hy
alle de andere Pooten los, ftrekt zig aan deze vier ui t , zo
ver hy kan , en krygt daar door een aanmerkelyke lengte,,
welke nog vermeerderd word , doordien de voorfte Pooten
op het uiterfte van voren ftaan , gelyk wy zo even zagen.
Deze uitftrekking dient niet anders , dan om zyn prooi ,
tot voedfel , magtig te worden , waar toe hy het lichaam,
aan deze vier Pooten vast, met zulk een fterke kragt beweegt
naar alle zyden , daar hy begeert, dat onder het zien
men ’er zig ten hoogften over verwonderen moet ( * ).
Uk
(*) De Heer Job Baster befchryft in zyne Natuurkundige ningen , I. Deel, i. ftuk, bl. 37. en te zien PI. IV. fig. 2. een ZeeU-fictfhpeapn-- fheele, ftw, eblkueig ednedzee izfdige ine igaellnef cbheadpenpkenel yvkaen bvuasigrhinoguedne ne na adnr adaei jianggteenr.f te■ Zkelaeur wvtejeesl vind
Uit dit waargenomene , dunkt my nu ten klaarften te bly-
ken , dat het oogmerk van den Schepper , in het plaatfen
der Pooten aan de uiterfte einden , zo van voren als ag-
feren, alleen geweest is , om hem te uitgeftrekter te doen
zyn , waar door hy , op een voor hem te grooten afftand,
zyn voedfel zoude kunnen bereiken , welke hy door de
Voorpooten , die zig ( z o als wy zagen) in v y f leden bewegen
, gemakkelyk aan zynen mond kan brengen.
De kleur van het geheele Dier was asgraauw , op de
afdeelingen een weinig geelagtig-, de kop met zwartagtige
ftreepen , zo ook over de vier middenfte afdeelingen, met
zeer fyne zwartagtige ftreepjës. Ik vistte hem den 20^
Juny 1768.
T W E E D E W A A R N E E M I N G
'VAN BENZ
E E - D ü I Z E N D B E E N,
( S C O L O P E N D R A M A R I N A ) .
mynen Lezeren niet met het gedacht van dit In[e&'
^ op te houden , wyze ik hen naar myn V I I Stukje
bladzr 52. daar ik het geflacht van eenen anderen Scolopendra
• Mavaain,
ndrh u wn dit IDÉièr d ef ,z°oD atllse r■be ™ook« mdyenr eZne Secdhyekrmeni,n kwele ldkaea rm oepn gneiveto nladnegn bhoevbe n) Dwaietre i vvanm dt.e kenIkin gh e,b wzaea rmomen ighmeta atle mweetn faeahnedna gwt abreef,c hdoatu wdet ,H eene ri s Beeans tfreaari nhieett sd hoaodr deoeenne vhearlnmd zehna d kwuenlknee ni kl aiant edni t tDekieen,Ven e n, dinie z yhnet E vda nZ zeyenfl afckh, olo nDheeeid1 - reeds by 'dAe Sdrjie 1 m'Sa-a n'•d eAn -iBn . eeonn d-gelravaizned fel.e s mIke th eZbe etwweaete rv agne hdoeuzdee nZ-e.eflakken •