164
Krabbetje , welks Rugfcliild glad is. Ik zal dan, op het
voetfpoor van dien Heer , naar lang onderzoek, eindelyk
myn Krabbetje onder dit foort plaatfen , fchoon het mede
een glad Rugfchild heeft.
Fig. 2. ziet men dan, zo als ik te voren gezegt.heb ,
deeze Krabbe in zyne natuurlyke grootte , de befchryving
daar van kan ras volbragt worden. Het Rugfchild beflaat
drie vierde van een Cirkel o f omtrek ; na voren krygt het
de gedaante van een wigge, en loopt zo fyn als een paar-
dehair tot aan a ui t , doch van b tot a is dit Snuitje of
Snaveltje met zeer fyne hairtjes b e z e t: men ziet op het
Rugfchild een tekening,' als o f ’er een fcheiding van het
Borstftuk was ; maar neen , alles , van agter van het Rugfchild
tot de punt a. is uit een lichaam ; van onder is hy
geheel plat; daar is in het geheel geen ftaart te ontdekken;
de Oogjes liaan zeer helder op het einde van het wiggetje
naast den anderen geplaatst. Dit zogenaamde wiggetje is
van onder niet plat, maar heeft een buikje in de gedaante
van een half £ i , ’t welk tegen het ronde Rugfchild eindigt.
Dit Krabbetje heeft agt Pooten , ieder uit drie leden be-
flaande , en aan'ieder een lange dunne Nagel; haar inplantingen
ziet men als een krans rondom het Rugfchild. De
Scharen bellaan uit v y f leden , en op het einde van het
derde lid ziet men op ieder twee fcherpe doornen geplaatst.
De Nypers zyn ruig , over hun geheel weinig of niet getand
van binnen ; de eerlle leden , die fpilrond zyn , zyn
tegen de Nypers , en gedeeltelyk opwaarts ook ruig : verder
moet men verbaast Haan over de lengte van Pooten en
Schaaren , in tegenoverllellingj van zyn klein Lichaam.
Dit Krabbetje is over het geheel zeer teder, dewyl het tot
het Rugfchild toe maar beftaat uit een hard vlies , dat, nu
ik het droog gemaakt heb , tot de Pootjes toe doorzichtig
is; waaruit men kan begrypen, dat het zeer zagt is ; en ik
twyffel ’er aan, of het ook niet, zo als ik te voren gezegd
heb , en R um ph iu s pag. | r . befchryft, tot voedfel van de
Eenden verftrekt , die zo min hun maag, door de harde
fchaal, aan dit Krabbetje zoude kwetzen , als aan die by
R u m p h i u s . — De kleur is ligt-bruin, zo als men
óp de Plaat ziet.
Dus verre bracht ik het met veel moeite, om de bekrompenheid
van tyd , die ik ’er toe belleden kon; waa-
re die ruimer , dan zoude ik uit myne voorraad noch ver-
fcheiden fraaije Voorwerpen kunnen mededeelen.
Intusfchen heb ik in deeze XVIII Stukjes drieënveertig
Diertjes , waar onder verfcheiden in onderfcheidene Randen
, en onderfcheidentlyk vergroot, rriyne Lezers medegedeeld.
Ik hoop , dat ik eenigzins mag voldaan hebben
aan dat oogmerk , waar toe ik ze heb bekend gemaakt;
het geen niet anders was , dan om den luister der Volmaakte
Wysheid van het Eeuwig Opperweezen duidelyk
aan te toonen in Zyne noch meest onbekende gefchapene
Wezens. Ik voldoe altoos my zelven , wanneer ik daar
toe maar in het minfte iets kan toebrengen. :— ' Ik zou
my zelven zeer gelukkig achten, indien ik hoorde, dat
’er onder veele lieden , die byna niets doen als ledig gaan ,
o f haaren dierbaaren tyd zo onnut doorbrengen , maar één
gevonden word, die door myne geringe pogingen was aan-
gefpoord tot het onderzoeken der Wonderen van God in
Zyne Schepfelen. — Weest verzekert, Leezers ! dat
ik van myne beperkte tyd zo veel fnipper - uuren zal af-
neemen, als my doenlyk zyn z a l ; en dewyl ik opentlyk
durf